Berichten

F*ck vlinders

Want we kunnen maar geen vrienden worden. Ik heb het over buikvlinders, kriebels, ‘botervliegjes’ zoals Thamar ze noemt. Die dingen in je maag die je voelt als je verliefd bent. We zijn elkaar ergens kwijtgeraakt.

Er was eens een Buurman. Deze buurman was zo’n beetje de eerste man met wie ik in aanraking kwam na mijn grote, dramatische breuk met De Ex. Buurman was, naast een lekker ding, lief en grappig en ik was helemaal enthousiast. Dat dit zo snel allemaal weer kon, ongelooflijk! Ik vond alles aan hem heel, heel erg leuk. Maar verliefd? Ik wist het niet. Daar zou ik wel achter komen, just go with the flow en dan zou het wel goed komen. Helemaal mezelf was ik (nog) niet bij hem, dat voelde ik wel. Maar dat zou allemaal wel goed komen, dacht ik. Aan dit sprookje kwam echter al snel een einde, dus echt uitvogelen kon ik de situatie niet.

Nou ja, dat gaf niet echt veel. Ik ging gewoon door zoals altijd en ontmoette hier en daar interessante mensen. Die gevoelens zouden wel weer komen, dacht ik zo.

Toen kwam daar de Sprinkhaan in beeld. Een insect, true, dus de overstap naar vlinder zou zo gemaakt kunnen zijn…zou het dit keer raak zijn? Hoe ik ook dacht dat ik voor ze openstond; ze kwamen niet. Niet eens een beetje. Niet na de eerste afspraak. Niet na de tweede. Zelfs niet na leuke gesprekken, spontane acties, lieve verrassingen en hele dagen samen in bed. Ze bleven echt weg, terwijl ze zo welkom waren. Deze Sprinkhaan was een prima match, afgezien van zijn buitenkantje. Hoewel ik dat een beetje oppervlakkig van mezelf vond, kon ik dat wel relativeren. Ach ja, dat kan je hebben, vertelde ik mezelf. Gewoon een kwestie van toch niet helemaal je type. De volgende keer zou het heus wel raak zijn.

Dat bleek. Ik werd misselijkmakend geobsedeerd – anders kan je het gewoon niet noemen- door iemand die mij totaal niet zag staan. De vlinders waren in dit geval geen prettige tintelingen, het waren allesverzwelgende monsters. Ik heb mezelf hier lang mee gepijnigd, denkende dat het een verliefdheid was. Het ging hier in ieder geval sowieso niet om een man waarmee ik mijn leven zou willen/kunnen delen, dus ik deed er niks mee. Dat gaat natuurlijk ook moeilijk met iemand die jou niet wil.

Wat doe je dan? Dan fladder je gewoon weer verder. Iemand moet het toch doen als die klotebeesten het af laten weten, ja toch?

En toen kwam er ineens een man op mijn pad waar niks aan af te dingen viel. Die helemaal voldeed aan mijn ‘lijstje’, als ik die al heb, van het spleetje tussen de tanden naar de haarloze borstkas via zijn kalme, zelfverzekerde houding naar oprechte zorgzaamheid. Nou, denkt iedereen (bepaalde lezers in het bijzonder), eindelijk is Anouk klaar met zeiken! Zoek niet verder! Eind goed, al goed! Toch?!

Nee.

Wederom een lege buik. Geen donder, geen bliksem. Vooralsnog hebben onze gevleugelde vrienden het af laten weten.

Dus vraag ik me af: waarom?

Waarom kunnen de vlinders hun weg naar mij niet meer vinden? Komt het door De Ex? Heb ik nog dingen te verwerken? Kan ik misschien, door een of andere weirde reden, niet verliefd meer worden? Dat lijkt me sterk. Mijn obsessie leek te bewijzen dat ik dat wel kan. Hoewel een onbereikbare liefde natuurlijk wel makkelijk is. Dan hoef je er niks mee, behalve zwelgen in zelfmedelijden. Want het wordt toch niks. Too easy. Daar laat ik mezelf niet mee weg komen.

Wil ik dan niet meer verliefd worden? Ik zou niet weten waarom. Het is heerlijk, zeker als het beantwoord wordt. Het is tegelijk ook wel eng, je kwetsbaar opstellen. Ik dacht dat ik dat wel durfde, maar nu twijfel ik toch. Ik twijfel of ik wel voor relaties gemaakt ben, terwijl ik heel hard roep een relatiemeisje te zijn. Ik twijfel of ik nog wel zin heb om moeite in een relatie te steken. Om mezelf aan te passen. Om – want stel je voor dat het goedgaat- op mijn smoel te gaan en weer op te krabbelen. Ik twijfel of ik misschien stiekem een ideaalbeeld in mijn hoofd heb, waar waarschijnlijk niemand aan kan voldoen en ik daarom mijn geluk onbewust saboteer.

Komt dit misschien allemaal omdat dit gewoon niet de juiste is? Zal al die twijfel wegvallen als ik diegene ontmoet? Maar ik geloof toch niet in een ware? Misschien komen de vlinders mettertijd? Misschien zijn ze overbodig als de rest helemaal goed zit? Fuck vlinders. Na een tijd ben je toch niet meer verliefd, toch?, en dan kun je maar beter gewoon een solide basis samen hebben. Zal ik de kans wagen? Moet ik mezelf en vooral ook hem de moeite en tijd besparen?  Wat als ik ergens in ga zitten en zo misschien iets anders misloop? Wat als ik iets verspeel wat heel goed zou kunnen zijn?

Het zoemt. Niet in mijn buik, maar in mijn hoofd. Ik wil hier niet over nadenken. Ik wil niet twijfelen. Ik wil doen. Ik wil lol hebben, liefhebben.. ik wil gewoon vlinders! Ik weet alleen even niet hoe…

Scharrelen: poging 1

‘WAT? Hoe weet jij wat zijn favoriete drankje is en waarom haal jij die in huis? Blijft ie slapen? HIJ KRIJGT ONTBIJT? Ik wou dat ik vrouwen deed, dan werd ik meteen ook jouw scharrel… Ik doe alleen de deur voor ze open, en als ze geluk hebben en ik zin heb ervoor mijn nest uit te komen ook weer dicht.

Twee weken into mijn allereerste poging tot scharrelen en ik had duidelijk al een doodzonde begaan. Mijn vriendin had ogen zo groot als schoteltjes en ze was bijna beledigd. Zulke dingen hoorde ik toch te weten? Nou, nee. Ik deed maar wat.

Ik kon er, als nieuwbakken vrouw van losse zeden, weinig tegenin brengen allemaal. Rare regeltjes zeg, die heb je bij een ‘normale’ relatie toch ook niet?! Ik deed een poging. ‘Ja maar… je schopt mensen toch niet zomaar de straat op?’ Blijkbaar wel. ‘Je mag toch wel ook aardig voor elkaar zijn en niet per se echt alleen sex hebben?’ Blijkbaar niet. Nou, dat scharrelen vond ik nu al geen reet meer aan. Hou je sex dan lekker. Ik ben geen robot….

Nieuwe poging. Knuffelen? Nee. Activiteiten buiten de deur? Hell no. Dan loop je kans gevoelens te kweken. Nou en, was mijn eerste gedachte. Kan toch, dan spreek je dat uit en dan krijg je een relatie en leef je nog lang en gelukkig. Of de ander voelt niet hetzelfde en dan leef je lang en gelukkig, maar niet met elkaar.

Ik liep sowieso geen risico. Ik was niet verliefd. Ging ik ook echt niet worden, dat was zeker. Niet omdat ik dat niet wilde, maar omdat de vlinders gewoon niet kwamen. Ik was er klaar voor hoor, of ze nou beantwoord zouden worden of niet, in mijn buik waren ze welkom. Ik zou er wel mee kunnen omgaan. Zo niet, dan niet, dat zou ik dan wel weer zien.

Hij was attent, intelligent, grappig, ambitieus, hij had een spleetje tussen zijn tanden en een lekker plat accent. Bovendien een Ken-buik en mooie, rechte schouders. En, voor een scharrel natuurlijk hartstikke belangrijk: de sex was banging. Meer woorden wil en hoef ik er niet aan te verspillen. Gewoon, banging! Daar lag het dus niet aan.

Wat was er dan wel mis? Ik vond hem niet mooi. De dreads waar anderen, *kuch* Thamar *kuch* bijvoorbeeld, zo weg van zijn, stoorden me. In bed gingen ze alle kanten op en leidden me af. Ik dacht aan een sprinkhaan en vond dat stiekem grappig, dat is toch erg? De remedie ‘gewoon ogen dichtdoen’ hielp hier nog wel.  Als ik wilde slapen en ze lagen weer op mijn kant, dan irriteerde ik me er mateloos aan. Hoewel ik het anders zou willen, maakte alles eromheen dit defectje helemaal niet goed. Nou, dat was ook weer duidelijk. Ik ben oppervlakkig. Blijkbaar is uiterlijk belangrijker voor me dan ik dacht of wilde toegeven. Ik ben helemaal niet anders dan anderen, ik heb de diepgang van een fruitvlieg….

Vanaf daar ging het mis. Ik wilde niet met hem over straat. Had ik gewoon geen behoefte aan. Wilde ie ineens hand in hand lopen. Mooi niet. Tussendoor bellen over ditjes en datjes. Thanks but no thanks. Werd ie boos. Nouja. Ik hield me netjes aan de afspraken, deed ik het nog fout!

De scharrel-val. Verliefd worden. Meer willen. Ja hoor, we waren erin getrapt en heel hard gevallen.  Niet ik, maar hij. Hij was gek op me. Wilde een relatie. Ja, toch wel… leuk, een compliment ofzo, maar nee, ik kon er niks mee. Werd ik nog beschuldigd van het spelen van spelletjes ook, want ik had het zo gezellig gemaakt. Ja hoor. Nog ff.

Dit was scheef gegroeid. Hier kon even je ogen dichtdoen niet meer tegenop. Ik kon niet anders dan het beëindigen. Dat was een kort en krachtig avontuur. Nu mijn vriendin nog onder ogen komen om haar gelijk te geven. Ik kon mijn volgende preek al horen: ‘Ik zei het je toch. Jullie gingen uit op stap en uit eten, for gods sake, dan krijg je dat!’

Ja…. Dat weet ik nu. Ik heb mijn lesje wel geleerd hoor. Ten eerste: scharrelen lijkt ‘vrijheid, blijheid’ maar komt met een waslijst aan eisen en verwachtingen. Ten tweede: ik ben dus oppervlakkig. Niet alleen dat, er mag ook gevoelloos bij en ik speel -blijkbaar- mindgames. Ik kan lust en liefde gescheiden houden. Ideaal dus. Nog eventjes leren wat zakelijker te zijn en ik ben er weer klaar voor.  Ik zeg: scharrel nummer 2, komt u maar!

Openbaring

Zaterdag 12 maart, 04:36

Vandaag heb ik hem weer gezien. Geheel onverwacht, zoals altijd, stond ie ineens voor mijn neus. We groetten elkaar, wisselden wat wissewasjes uit en dat was het. Daar ging hij weer. Ik keek hem na, nam een slok van mijn cola en, vandaag toen het nog vrijdag was, om een uur of twee, midden op de dansvloer van een club in Amsterdam, viel er een kwartje. Hij kwam van heel ver en viel heel hard.

OK. Analyse. Wat had ik zojuist meegemaakt? Ik had hem gezien. Hij zag er mighty fine uit, had zijn best gedaan. Ik ook; dat had hij opgemerkt en goedkeurend uitgesproken. Hij rook ook totaal niet verkeerd. Keek me recht in mijn ogen aan. Normaal zou dit gegarandeerd zorgen voor zweet. Zweet in mijn handen, op mijn bovenlip, onder mijn oksels. Knikkende knieën, een hoofd vol watten, een droge mond, een als een gek tekeer gaand en tegelijkertijd bloedend hart. Ik zou trillen tot in de puntjes van mijn krullen.

Normaal zou dat het geval zijn. Vandaag niet. Ik keek hem na en er was NIKS. Hoe en waarom en wanneer en alles laat ik lekker achterwege. Niet alles hoeft geanalyseerd te worden. De nacht kon weer gewoon zijn vervolg nemen. Handjes in de lucht, voetjes van de vloer. Dan gaan de lichten aan. Hoogste tijd om naar huis te gaan.

Dat loodzware kwartje heeft een verrassend verlichtend effect gehad. De wandeling naar de auto in de vroege, frisse ochtend maak ik met wolkjes in mijn schoenen, een helder hoofd en een melodietje in mijn hart. Ik stap de auto in, kijk mijn zus aan. De volumeknop en onze kelen gaan helemaal open. Ze geeft gas. We scheuren de weg over, een nieuwe zomer tegemoet. We grijnzen want we weten wat dit betekent:

 Anoukie is geen lemming meer.