Berichten

Trots-momentje

Een hoogtepuntje uit 2013 welke ik nog niet gedeeld had: ik schreef een gastblog voor WieWatHaar. Hoe leuk het voor jezelf schrijven ook is, als je voor een ander aan de slag mag, is dat een groot compliment en altijd weer spannend! Mocht je je afvragen hoe ik er uit zie, dan kom je er daar achter. Ik heb een linkje en mijn hoofd ook in het portfolio geplakt, waar ik mijn trots-momentjes bij elkaar verzamel en die ik hopelijk steeds weer mag aanvullen 🙂

Vraag aan al mijn landgenoten

Ja, het gaat inderdaad ook hier nu even over Zwarte Piet. Maar dan anders. Ik vraag me iets heel erg af. Denk je met me mee?

Stel: het is donderdag 5 december 2013. Je staat op. Vandaag is een bijzondere dag! Je gaat namelijk Sinterklaas vieren.

En die Sint, die houdt de gemoederen flink bezig. Heel het land is al een tijd in de ban van zijn komst. Etalages zijn versierd, er hangen overal lichtjes. In de winkels en op de radio hoor je Sinterklaasliedjes. Mensen zijn wat vrolijker, wat opener. Je houdt van deze tijd. Het lijkt of alles en iedereen vriendelijker en warmer is. Mensen hebben wat meer aandacht voor elkaar.

Iedereen is in een staat van verwachtingsvolle opwinding. Overal zie je kindjes met rode wangen en grote ogen. Dat komt door het gure weer en de strenge wind, maar ook omdat het vandaag allemaal gaat gebeuren. Zijn ze lief genoeg geweest? Zullen ze beloond worden met kadootjes en snoepgoed? Wat zullen ze vinden in hun schoen als ze van school thuiskomen?

’s Middags ga je natuurlijk de stad in. Daar heb je vrij voor gekregen. De Sinterklaastraditie is namelijk zo belangrijk voor Nederland, dat dat gewoon kan. Bovendien wil je baas ook gewoon met zijn kleine de sint en zijn hulpjes komen verwelkomen. En daar komen ze dan! Je ziet een grote stoomboot, de sint op zijn schimmel. Zijn hulpjes, vrolijk, druk, kleurrijk. Het zijn mannen en vrouwen, ze zijn groot, klein, dik en dun. Ze hebben blauwe, bruine en groene ogen. Ze hebben ronde ogen en amandelvormige ogen. Hun huidskleur is wit, bruin, geel, zwart en alles wat er tussenin zit. Ze hebben blond haar, zijn kaal, hebben een hoofddoek. Op hun gezicht en op hun kleding zijn roetvegen te zien; ze gaan immers door het hele land door de schoorsteen om kadootjes te bezorgen. Ze slepen zakken vol kadootjes en snoepgoed mee. Als ze van de boot komen, barst het feest, begeleid door een orkest of misschien wel een draaiorgel, los. Iedereen is blij. De pieten delen een aai over de bol, snoep en kleinigheidjesuit. De kinderen zijn onder de indruk en reuze blij. En toegegeven, de volwassenen genieten met zijn allen even hard. Het is koud, maar dat maakt niet uit. Iedereen gloeit een beetje.

Zelf ga je hierna naar je familie, waar niet alleen de kleintjes verwend worden. Je hebt wekenlang gezwoegd op een originele surprise met een bijbehorend gedicht. Een beetje plagend en stout, maar goedbedoeld. Je hoopt dat het in de smaak valt. Anderen spelen het zogenaamde dobbelspel. En dan heb je natuurlijk ook nog mensen die niet aan de feestelijkheden meedoen. Die zich door de regen en kou naar huis haasten om gewoon lekker warm en droog thuis te zitten. Met lekkernijen als warme chocolademelk en pepernoten op de bank hangen. Want ook dat is een belangrijk onderdeel van dit feest.

Wat valt je op aan de geschetste situatie? Voel het anders, raar? Herken je je land, jezelf hierin? Kun je nog gewoon ademhalen bij de gedachte van dit feest of is het helemaal afgelopen met je? Zijn al onze tradities, normen en waarden, de ziel van ons land verloren gegaan? Begeven de dijken het spontaan, krijgen we een sprinkhanenplaag, zal de rest van de wereld niks meer met ons godvergeten kikkerland te maken willen hebben?

Ik durf het te betwisten. Ik schetste zojuist een situatie welke wij met zijn allen in een mum van tijd, met heel weinig moeite, kunnen creëren. Een gezellig Sinterklaas; een ware volksviering die kleuren, maten, geloven, talen, klasse, gewicht en seksuele en politieke voorkeuren overstijgt. Een traditie waar we met zijn allen werkelijk trots op kunnen zijn. Die verbindt. Die saamhorigheid bevordert, weetjewel, dat magische gevoel dat we elke twee jaar heel eventjes ervaren en waarvan we niet weten waar het vandaan komt en hoe we het moeten omschrijven maar dat maakt niet uit want het voelt zo goed van binnen? Ja, ik doel op de grote voetbalevenementen. Dan dossen we ons toch ook met zijn allen uit in oranje en de nationale driekleur? Die, heel Hollands, gezellig is. Iets waar we met zijn allen zo naar snakken in de gure, koude wintertijd. Even lekker gek doen met zijn allen en de alledaagse sores vergeten, iets wat wij nu heel goed kunnen gebruiken in deze toch zware tijd van bezuinigingen.

Mijn vraag is: waarom kan dit niet? Wat is er nou echt op tegen? Ik denk en denk en ik kom er maar niet op.  Is dit nou werkelijk zo moeilijk en eng? Waar zijn we eigenlijk bang voor?  Let wel, ik noem bewust geen discriminatie en slavernij. Ik hoef niet een zoveelste zinloze discussie over intenties of herkomst. Die ben ik al voorbij en beu en vind ik weinig constructief, integendeel. ‘Grapjes’ over werk, apen en oprotten mag je best plaatsen. Ik zal ze onherroepelijk wissen, dat wel. Of je met naam en toenaam aan de schandpaal nagelen, dat kan namelijk allemaal als je de baas bent op een site en precies kunt zien wie wat doet.  Ik zie graag oplossingen. Laten we vooruit kijken. Zodat we, als de zomer voorbij is (als we die überhaupt al hebben gehad), vanaf nu niet met zijn allen al bang of moe of boos zijn en in de clinch gaan, maar we gewoon echt eventjes zorgeloos met zijn allen een feestje kunnen voorbereiden en gaan vieren. Een feestje waar alle kindjes aan mee kunnen doen zonder bijsmaak. Want om de kinderen gaat het immers. Toch? Kunnen wij als volwassenen ons weer bezig houden met ‘belangrijkere dingen’.