Berichten

Arme scharrelaars (poging 2)

Toen ik drie jaar geleden vers uit mijn allereerste en gelijk allerlangste relatie ever kwam, was ik op het gebied van daten en alles wat daarbij komt kijken nog heel onervaren. De twee jongens waarmee ik tot die tijd het bed gedeeld had, waren eigenlijk gewoon aan komen waaien. Alles ging vanzelf, er waren geen vragen of onzekerheden; we vonden elkaar leuk, praatten, werden verliefd en dus waren we een stel en hoorden we bij elkaar, punt.

De eerste keer was dat al na drie maanden over. De tweede keer duurde acht jaar. Van mijn 19e tot mijn 27e; een behoorlijke tijd. Toen dat over ging, was ik ineens volwassen en single. Dat was totaal nieuw voor me. Spannend maar ook onzeker. Ik moest veel bijleren, over relaties vooral. ‘Verkering’ was ineens hopeloos ouderwets. Monogamie blijkbaar ook. Ervoor waren een heel arsenaal aan nieuwe relatievormen geïntroduceerd.

Scharrelen. Friends with benefits. Fuck buddy. Ik zal er vast een aantal missen. Heel ingewikkelde materie. Wat hield dat allemaal in? Ik hoorde en las er ineens overal over. Mijn vrienden en kennissen waren bijna allen experts. Maar iedereen denkt er toch net anders over. Over wat precies wat is en wat je dan wel en niet mag doen en met wie en waar en wanneer. Om duizelig van te worden.

Wat in ieder geval vaststaat: het is overal. Het is net de nieuwste smartphone: hip en happening. Iedereen gaat er van uit dat je eraan meedoet. Het gaat zelfs zo ver dat je je moet verdedigen als je ‘afwijkt’. Als je zegt dat je er niet aan doet en het niet zo interessant vindt, dan gelooft niemand je. Dan zit je je gewoon mooier voor te doen dan je bent. Dan verberg je dingen. Dan ben je hypocriet, ouderwets en preuts.
Scharrelen; dat is de movement.

Wat een onzin, dacht ik. Is vast niks voor mij, dacht ik ook. En wat doe ik dan? Dan ga ik het zelf proberen. Hoe mijn eerste stappen in de wereld van de losse seks mij bevielen, weten we ondertussen al (anders o.a. hier terug te lezen).

Poging twee heb ik inmiddels ook al achter de rug. Dit keer verliep het anders. Ik had me voorbereid en had goed nagedacht over wat ik van een scharrel zou willen en wat niet. Ik had een ware eisenlijst, waarop onder andere voorkwamen:

– Exclusiviteit. Ik neem mijn gezondheid en die van anderen serieus, wat betekent dat ik zeker wil weten dat je SOA-vrij bent en dat ik de enige ben met wie je dit doet. Andersom kan ik dezelfde garantie geven. Ik vind het idee dat iemand meerdere partners heeft voor mezelf niet fijn en onveilig. Neuk (en zoen) rond als je wilt; ik sla dan gewoon over.
– Ik wil ook geen kind van je. Condooms all the way; dit is geen discussiepunt en God weet hoeveel types hier toch proberen onderuit te komen.
– Ik kom niet naar jou toe en ik neem geen contact op om gezellig te doen; ik wil niet met je persoonlijke leven te maken te hebben en jouw mensen ontmoeten.

Best wel zakelijk, iets wat ik totaal niet ben verder. Mensen vroegen mij af wie daar in vredesnaam in mee zou gaan, want het klonk allemaal zo hard en onaardig. Ik dacht: dat is toch juist helemaal de bedoeling van dat gescharrel? En er was iemand die dat allemaal heel logisch en geen probleem vond, dus we konden van start.
Dat heeft vier maanden geduurd. Ik had het alweer gezien. Niet omdat het nergens naartoe ging; het was juist heel leuk en verliep soepel en dus werd het een ‘gewone’ relatie. Die ook weer over ging.

Drie keer is scheepsrecht zeggen ze, maar ik geloof niet dat ik er een derde keer voor mij komt. Dat scharrelen onzin is en niets voor mij, weet ik namelijk ondertussen zeker. Niet omdat ik seks en liefde met elkaar verwar; wat dat betreft ben ik er geknipt voor.Ik kan beide heel goed gescheiden houden. Seks zonder liefde/verliefdheid vind ik gewoon niet interessant. Misschien leuk voor een spontane actie hier en daar, maar daarna ben ik er op uitgekeken. Het heeft toch geen toekomst. Het is een soort compromis, een net-niet real deal waar ik niet in geïnteresseerd ben. Waarom zou ik mijn tijd er dan aan verspillen?

Bovendien lijkt mij dat je van dat gescharrel geen hoofdpijn moet krijgen.  En dat komt maar al te vaak wel voor. Toch gevoelens voor elkaar krijgen waarmee je niks kan, mannen die ook als scharrel vaag zijn en niet duidelijk en eerlijk kunnen zijn en het ook niet trekken als jij dat wel bent. Gehaal en getrek en gebekvecht, onzekerheden en je er niet lekker bij voelen. Kortom: hoofdpijn dus.

Scharrelen is helemaal niet ‘het antwoord’. Het is niks meer dan een uitvinding voor mensen die bindingsangst hebben (ook al zo’n vervelend fenomeen waar ik niks mee heb) en/of gewoon hun opties open willen houden. En aan de andere kant voor mensen die settelen for less en zich laten gebruiken. Nu zullen vast een hele hoop mensen tegen gaan sputteren, maar dat geeft niet.

Als je het goed met elkaar kunt vinden, het bij één partner houdt en ook buiten de deur dingen onderneemt, heb je gewoon een relatie zonder het een relatie te willen noemen. Omdat een relatie betekent dat je niet meer zomaar de stekker eruit kunt trekken als er iets ff niet lekker loopt of als een derde in je geïnteresseerd en gewillig is. Het betekent je (emotioneel) verbinden en roept verantwoordelijkheden op waar het tegelijkertijd een aantal vrijgezellen-deuren dichtdoet. En dat trekt de ‘moderne’ mens blijkbaar moeilijk.

Misschien ben ik wat (seks)relaties betreft toch niet zo modern? Ik zie het eerder als weten wat ik waard ben. Opgetrommeld worden om bij iemand een kunstje te vertonen en nog amper weer aangekleed buiten de deur gezet worden is sowieso ondenkbaar. Ik kan er nog steeds niet bij dat mensen die nog geen drie aardige woorden voor elkaar over hebben, wel het bed met elkaar delen. Op de langere termijn iemand warmhouden (en het misschien ook wel gezellig hebben ondertussen) die eigenlijk op zoek is naar iemand beters waar ie wel moeite voor wil doen: daar pas ik gewoon voor.

Arme scharrelaars. Die weten zeker niet hoe het is om wederzijds verliefd te zijn. Ik wel. En daar ga ik voor. Iets anders will not cut it.

Conclusie: ik ben en blijf een relatie-meisje. Ik houd van simpel en duidelijk. Ik kan en wil niet zakelijk zijn. Ik wil verliefd hand in hand over straat met mijn eigen vent, ik wil trots op hem zijn, hem speciaal vinden en hem aan iedereen kunnen laten zien. Ik wil samen plannen maken. Ik wil dat hij dat ook over mij denkt. Laat mij maar ouderwets zijn of eeuwige single for that matter, maar het enige aan scharrelmateriaal dat ik nog in mijn huis haal staat voortaan in mijn eierrek.

Scharrelen: poging 1

‘WAT? Hoe weet jij wat zijn favoriete drankje is en waarom haal jij die in huis? Blijft ie slapen? HIJ KRIJGT ONTBIJT? Ik wou dat ik vrouwen deed, dan werd ik meteen ook jouw scharrel… Ik doe alleen de deur voor ze open, en als ze geluk hebben en ik zin heb ervoor mijn nest uit te komen ook weer dicht.

Twee weken into mijn allereerste poging tot scharrelen en ik had duidelijk al een doodzonde begaan. Mijn vriendin had ogen zo groot als schoteltjes en ze was bijna beledigd. Zulke dingen hoorde ik toch te weten? Nou, nee. Ik deed maar wat.

Ik kon er, als nieuwbakken vrouw van losse zeden, weinig tegenin brengen allemaal. Rare regeltjes zeg, die heb je bij een ‘normale’ relatie toch ook niet?! Ik deed een poging. ‘Ja maar… je schopt mensen toch niet zomaar de straat op?’ Blijkbaar wel. ‘Je mag toch wel ook aardig voor elkaar zijn en niet per se echt alleen sex hebben?’ Blijkbaar niet. Nou, dat scharrelen vond ik nu al geen reet meer aan. Hou je sex dan lekker. Ik ben geen robot….

Nieuwe poging. Knuffelen? Nee. Activiteiten buiten de deur? Hell no. Dan loop je kans gevoelens te kweken. Nou en, was mijn eerste gedachte. Kan toch, dan spreek je dat uit en dan krijg je een relatie en leef je nog lang en gelukkig. Of de ander voelt niet hetzelfde en dan leef je lang en gelukkig, maar niet met elkaar.

Ik liep sowieso geen risico. Ik was niet verliefd. Ging ik ook echt niet worden, dat was zeker. Niet omdat ik dat niet wilde, maar omdat de vlinders gewoon niet kwamen. Ik was er klaar voor hoor, of ze nou beantwoord zouden worden of niet, in mijn buik waren ze welkom. Ik zou er wel mee kunnen omgaan. Zo niet, dan niet, dat zou ik dan wel weer zien.

Hij was attent, intelligent, grappig, ambitieus, hij had een spleetje tussen zijn tanden en een lekker plat accent. Bovendien een Ken-buik en mooie, rechte schouders. En, voor een scharrel natuurlijk hartstikke belangrijk: de sex was banging. Meer woorden wil en hoef ik er niet aan te verspillen. Gewoon, banging! Daar lag het dus niet aan.

Wat was er dan wel mis? Ik vond hem niet mooi. De dreads waar anderen, *kuch* Thamar *kuch* bijvoorbeeld, zo weg van zijn, stoorden me. In bed gingen ze alle kanten op en leidden me af. Ik dacht aan een sprinkhaan en vond dat stiekem grappig, dat is toch erg? De remedie ‘gewoon ogen dichtdoen’ hielp hier nog wel.  Als ik wilde slapen en ze lagen weer op mijn kant, dan irriteerde ik me er mateloos aan. Hoewel ik het anders zou willen, maakte alles eromheen dit defectje helemaal niet goed. Nou, dat was ook weer duidelijk. Ik ben oppervlakkig. Blijkbaar is uiterlijk belangrijker voor me dan ik dacht of wilde toegeven. Ik ben helemaal niet anders dan anderen, ik heb de diepgang van een fruitvlieg….

Vanaf daar ging het mis. Ik wilde niet met hem over straat. Had ik gewoon geen behoefte aan. Wilde ie ineens hand in hand lopen. Mooi niet. Tussendoor bellen over ditjes en datjes. Thanks but no thanks. Werd ie boos. Nouja. Ik hield me netjes aan de afspraken, deed ik het nog fout!

De scharrel-val. Verliefd worden. Meer willen. Ja hoor, we waren erin getrapt en heel hard gevallen.  Niet ik, maar hij. Hij was gek op me. Wilde een relatie. Ja, toch wel… leuk, een compliment ofzo, maar nee, ik kon er niks mee. Werd ik nog beschuldigd van het spelen van spelletjes ook, want ik had het zo gezellig gemaakt. Ja hoor. Nog ff.

Dit was scheef gegroeid. Hier kon even je ogen dichtdoen niet meer tegenop. Ik kon niet anders dan het beëindigen. Dat was een kort en krachtig avontuur. Nu mijn vriendin nog onder ogen komen om haar gelijk te geven. Ik kon mijn volgende preek al horen: ‘Ik zei het je toch. Jullie gingen uit op stap en uit eten, for gods sake, dan krijg je dat!’

Ja…. Dat weet ik nu. Ik heb mijn lesje wel geleerd hoor. Ten eerste: scharrelen lijkt ‘vrijheid, blijheid’ maar komt met een waslijst aan eisen en verwachtingen. Ten tweede: ik ben dus oppervlakkig. Niet alleen dat, er mag ook gevoelloos bij en ik speel -blijkbaar- mindgames. Ik kan lust en liefde gescheiden houden. Ideaal dus. Nog eventjes leren wat zakelijker te zijn en ik ben er weer klaar voor.  Ik zeg: scharrel nummer 2, komt u maar!