Berichten

Arme scharrelaars (poging 2)

Toen ik drie jaar geleden vers uit mijn allereerste en gelijk allerlangste relatie ever kwam, was ik op het gebied van daten en alles wat daarbij komt kijken nog heel onervaren. De twee jongens waarmee ik tot die tijd het bed gedeeld had, waren eigenlijk gewoon aan komen waaien. Alles ging vanzelf, er waren geen vragen of onzekerheden; we vonden elkaar leuk, praatten, werden verliefd en dus waren we een stel en hoorden we bij elkaar, punt.

De eerste keer was dat al na drie maanden over. De tweede keer duurde acht jaar. Van mijn 19e tot mijn 27e; een behoorlijke tijd. Toen dat over ging, was ik ineens volwassen en single. Dat was totaal nieuw voor me. Spannend maar ook onzeker. Ik moest veel bijleren, over relaties vooral. ‘Verkering’ was ineens hopeloos ouderwets. Monogamie blijkbaar ook. Ervoor waren een heel arsenaal aan nieuwe relatievormen geïntroduceerd.

Scharrelen. Friends with benefits. Fuck buddy. Ik zal er vast een aantal missen. Heel ingewikkelde materie. Wat hield dat allemaal in? Ik hoorde en las er ineens overal over. Mijn vrienden en kennissen waren bijna allen experts. Maar iedereen denkt er toch net anders over. Over wat precies wat is en wat je dan wel en niet mag doen en met wie en waar en wanneer. Om duizelig van te worden.

Wat in ieder geval vaststaat: het is overal. Het is net de nieuwste smartphone: hip en happening. Iedereen gaat er van uit dat je eraan meedoet. Het gaat zelfs zo ver dat je je moet verdedigen als je ‘afwijkt’. Als je zegt dat je er niet aan doet en het niet zo interessant vindt, dan gelooft niemand je. Dan zit je je gewoon mooier voor te doen dan je bent. Dan verberg je dingen. Dan ben je hypocriet, ouderwets en preuts.
Scharrelen; dat is de movement.

Wat een onzin, dacht ik. Is vast niks voor mij, dacht ik ook. En wat doe ik dan? Dan ga ik het zelf proberen. Hoe mijn eerste stappen in de wereld van de losse seks mij bevielen, weten we ondertussen al (anders o.a. hier terug te lezen).

Poging twee heb ik inmiddels ook al achter de rug. Dit keer verliep het anders. Ik had me voorbereid en had goed nagedacht over wat ik van een scharrel zou willen en wat niet. Ik had een ware eisenlijst, waarop onder andere voorkwamen:

– Exclusiviteit. Ik neem mijn gezondheid en die van anderen serieus, wat betekent dat ik zeker wil weten dat je SOA-vrij bent en dat ik de enige ben met wie je dit doet. Andersom kan ik dezelfde garantie geven. Ik vind het idee dat iemand meerdere partners heeft voor mezelf niet fijn en onveilig. Neuk (en zoen) rond als je wilt; ik sla dan gewoon over.
– Ik wil ook geen kind van je. Condooms all the way; dit is geen discussiepunt en God weet hoeveel types hier toch proberen onderuit te komen.
– Ik kom niet naar jou toe en ik neem geen contact op om gezellig te doen; ik wil niet met je persoonlijke leven te maken te hebben en jouw mensen ontmoeten.

Best wel zakelijk, iets wat ik totaal niet ben verder. Mensen vroegen mij af wie daar in vredesnaam in mee zou gaan, want het klonk allemaal zo hard en onaardig. Ik dacht: dat is toch juist helemaal de bedoeling van dat gescharrel? En er was iemand die dat allemaal heel logisch en geen probleem vond, dus we konden van start.
Dat heeft vier maanden geduurd. Ik had het alweer gezien. Niet omdat het nergens naartoe ging; het was juist heel leuk en verliep soepel en dus werd het een ‘gewone’ relatie. Die ook weer over ging.

Drie keer is scheepsrecht zeggen ze, maar ik geloof niet dat ik er een derde keer voor mij komt. Dat scharrelen onzin is en niets voor mij, weet ik namelijk ondertussen zeker. Niet omdat ik seks en liefde met elkaar verwar; wat dat betreft ben ik er geknipt voor.Ik kan beide heel goed gescheiden houden. Seks zonder liefde/verliefdheid vind ik gewoon niet interessant. Misschien leuk voor een spontane actie hier en daar, maar daarna ben ik er op uitgekeken. Het heeft toch geen toekomst. Het is een soort compromis, een net-niet real deal waar ik niet in geïnteresseerd ben. Waarom zou ik mijn tijd er dan aan verspillen?

Bovendien lijkt mij dat je van dat gescharrel geen hoofdpijn moet krijgen.  En dat komt maar al te vaak wel voor. Toch gevoelens voor elkaar krijgen waarmee je niks kan, mannen die ook als scharrel vaag zijn en niet duidelijk en eerlijk kunnen zijn en het ook niet trekken als jij dat wel bent. Gehaal en getrek en gebekvecht, onzekerheden en je er niet lekker bij voelen. Kortom: hoofdpijn dus.

Scharrelen is helemaal niet ‘het antwoord’. Het is niks meer dan een uitvinding voor mensen die bindingsangst hebben (ook al zo’n vervelend fenomeen waar ik niks mee heb) en/of gewoon hun opties open willen houden. En aan de andere kant voor mensen die settelen for less en zich laten gebruiken. Nu zullen vast een hele hoop mensen tegen gaan sputteren, maar dat geeft niet.

Als je het goed met elkaar kunt vinden, het bij één partner houdt en ook buiten de deur dingen onderneemt, heb je gewoon een relatie zonder het een relatie te willen noemen. Omdat een relatie betekent dat je niet meer zomaar de stekker eruit kunt trekken als er iets ff niet lekker loopt of als een derde in je geïnteresseerd en gewillig is. Het betekent je (emotioneel) verbinden en roept verantwoordelijkheden op waar het tegelijkertijd een aantal vrijgezellen-deuren dichtdoet. En dat trekt de ‘moderne’ mens blijkbaar moeilijk.

Misschien ben ik wat (seks)relaties betreft toch niet zo modern? Ik zie het eerder als weten wat ik waard ben. Opgetrommeld worden om bij iemand een kunstje te vertonen en nog amper weer aangekleed buiten de deur gezet worden is sowieso ondenkbaar. Ik kan er nog steeds niet bij dat mensen die nog geen drie aardige woorden voor elkaar over hebben, wel het bed met elkaar delen. Op de langere termijn iemand warmhouden (en het misschien ook wel gezellig hebben ondertussen) die eigenlijk op zoek is naar iemand beters waar ie wel moeite voor wil doen: daar pas ik gewoon voor.

Arme scharrelaars. Die weten zeker niet hoe het is om wederzijds verliefd te zijn. Ik wel. En daar ga ik voor. Iets anders will not cut it.

Conclusie: ik ben en blijf een relatie-meisje. Ik houd van simpel en duidelijk. Ik kan en wil niet zakelijk zijn. Ik wil verliefd hand in hand over straat met mijn eigen vent, ik wil trots op hem zijn, hem speciaal vinden en hem aan iedereen kunnen laten zien. Ik wil samen plannen maken. Ik wil dat hij dat ook over mij denkt. Laat mij maar ouderwets zijn of eeuwige single for that matter, maar het enige aan scharrelmateriaal dat ik nog in mijn huis haal staat voortaan in mijn eierrek.

Hoe een vrouw een man vangt

Dat hoeft helemaal niet moeilijk te zijn. Je moet gewoon nooit met hem bellen. Niet uit jezelf en ook niet om terug te komen op een gemiste oproep van zijn kant. Heb je hem toch aan de lijn? Gesprekjes moeten vooral ook kort zijn.

Je moet daarnaast heel mysterieus blijven, seks uitstellen tot minstens de derde date en vooral: je haar lang houden.

Dit is niet mijn advies. Het komt van twee vrouwen die De Regels schreven. Dat zou het handboek zijn voor vrouwen die hun liefdesleven in eigen hand wilden nemen en een prins willen scoren. Het kwam uit in 1995 en was toen al verschrikkelijk achterhaald. Dat had ik, groen blaadje, op mijn vijftiende al bedacht. Ik heb het boek met kromme tenen gelezen en nooit afgemaakt. Wát een onzin! Hoe achterlijk! Doen we niet aan gewoon jezelf zijn en eerlijk duurt het langst? Dat dacht ik namelijk toen.

Nog een Regel: Geen initiatief nemen. Het heft in eigen handen nemen is not done. Je zou maar laten weten dat je iemand leuk vindt…. Dat willen we natuurlijk niet hebben! Hoe graag je ook wilt, hij mag niet denken dat je beschikbaar bent. Hij moet natuurlijk jagen! Op een man afstappen en hem ten dans vragen of zelfs maar een gesprekje aanknopen: dat dóe je gewoon niet. Spontaniteit: forget about it.

Dat zette me aan het denken: als ik de telefoon niet opneem, doe alsof ik niet kan afspreken en ook niet terugbel, plus ook nog eens niet uit mezelf opbel om wat af te spreken……… HOE GAAN WE ELKAAR DAN ZIEN?! Klein detail in het grote masterplan misschien, maar dat lijkt me geen onbelangrijk detail. Het is natuurlijk wel een manier om ruzie te voorkomen, dat wel. Maar waarom zou ik zeggen dat ik geen tijd heb, als ik graag wil afspreken? Wat als hij dezelde regels toepast, of mag ik dat alleen?

Mannen die niet terugbellen, die vaag doen en doen alsof ze eigenlijk geen tijd voor je hebben, daar hebben we een woord voor: players. Dat vinden wij klootzakken. Die willen wij allemaal aan de schandpaal nagelen. Terwijl ze dus eigenlijk volgens De Regels spelen. Tegelijkertijd maken wij vrouwen elkaar wijs dat we spelletjes moeten spelen. Hoe hypocriet wil je het hebben? En daar moet je een volwassen relatie op baseren? Dat werkt toch niet? Ben ik nou gek offe……

Ik ben blijkbaar gek. Want anno nu hoor ik vrouwen elkaar steeds adviezen geven als je moet een beetje hard to get zijn, laat hem maar even wachten en dat soort dingen. Dat vindt iedereen dan logisch. Mannen doen hun best zo snel mogelijk in je bed te belanden, maar als je dat toelaat, ben je dan weer geen wifey material. Eerlijk en jezelf zijn mag je dus pas als de buit binnen is. Dan ga je je ware aard laten zien en moet ie je maar accepteren zoals je bent. Terwijl dat anders is dan je deed voorkomen, maar daar hebben we het dan ff niet meer over. Man en vrouw willen klaarblijkelijk voorgelogen worden.
Aha.
Ondertussen ben ik geen echt groen blaadje meer en heb ik de nodige ervaringen met allerlei figuren achter de rug. En als ik dan heel eerlijk ben: daar zat ook wel eens een type playertje tussen. En als die dan de ‘ik doe lekker vaagjes’ tactiek toepasten, ging ik er juist energie insteken. Duidelijkheid wilde ik, en eerlijkheid. En die zou ik krijgen ook. Wellicht onder andere door dit syndroom. Op de een of andere manier hebben foute typejes een aantrekkingskracht op vrouwen waar je U tegen zegt.  Maar hoe koppig ik ook ben: na twee keer een afwijzing houd ik er ook mee op. Geen hand vol, maar een land vol. Hiss loss. Dat soort dingen. En dan ga ik klagen dat ie een player is enzo. Cirkel rond.

Misschien moet ik mijn mening over de Regels dus bijschaven, want blijkbaar werken ze. Deze mevrouwen zijn nog steeds in business, en hoe. Ze zijn ondertussen al ongeveer bij boek vier ofzo. Oprah Winfrey en Beyoncé zouden bij hun theoriën zweren. Kate Middleton heeft er haar voordeel mee gedaan en Blake Lively schaakte er Leonardo DiCaprio mee. De Regels-site  staat ook bol van allerlei ‘succes stories’ met foto’s van gelukkige  echtparen die volgens De Regels hebben gehandeld.

Voor degenen die denken: ‘dat wil ik ook!’ Dat kan. Je kan het boek lezen. Maar er is meer. Als je de Regels wilt gaan toepassen in je leven en daar hulp bij nodig hebt, kan je een emailcursus voor ‘maar’ achthonderd dollar bij ze volgen. Dat betekent 12 mailtjes en huiswerk. Let wel: geld krijg je nooit terug. Voor twaalfhonderd dollartjes dan krijg je een certificaat en kun je zelf geld gaan vragen voor advies. En dan heb je ook natuurlijk ook wat. Een droomhuwelijk bijvoorbeeld. Wie wil dat nou niet? Het is leuk geld verdienen in ieder geval.

Hoe je een man strikt is één. Hoe dat op langere termijn gaat, vind ik interessanter. Wat schetst mijn verbazing: één van de betweetsters is in 2000, vijf jaar na het uitkomen van dit revolutionaire boek, gescheiden. HA!

Help mij hopen

Dat er geen Ware bestaat, daar was ik al achter. Relaties zijn nooit van begin tot eind alleen maar leuk, lief en gezellig. Ze verlopen heus wel eens minder gladjes en kunnen zelfs ophouden, dat wist ik ook. Zo niet, dan moest ik na De Breuk toch wel. Ergens geloofde, dacht, wilde ik toch dat het wel anders kan. Daarom houd ik zoveel van Memories, Grenzeloos Verliefd en nu ook Liefs Uit…

Mensen die naar andere landen reizen. Een klik hebben die niet onder woorden te brengen valt. Leven op twee mails en drie minuten telefooncontact per maand. Superveel moeite voor elkaar doen, wat niet als moeite aanvoelt. Elkaar maanden niet kunnen zien en spreken, maar toch die klik niet verliezen. Dwars door verschillende geloven, taalbarrières, landsgrenzen, tijdszones en bezwaren van anderen heen. Enkel en alleen door en voor dat magische woord dat zoveel omvat maar toch zo moeilijk te omschrijven is: LIEFDE. Waardoor mensen na 60 jaar herenigd worden of binnen 3 maanden weten: dit is hem en ik laat alles voor hem achter.

Als ik dat zie, word ik helemaal warm van binnen. Zo leuk! Zo lief! Zo mooi! Allemaal om de liefde, prachtig toch? Het bestaat! En, toegegeven: ik heb vandeweek een traan gelaten. Ja. De nieuwbakken schoonmoeder van een leuke Hollandsche meid moest afscheid nemen omdat eenmaal daar aangekomen voor haar Nieuwe Leven, de Brazilliaanse lover toch niet meer wilde. Onder andere omdat zij gelovig is en het bed niet met hem wilde delen. Ik dacht: goed zo meisje! Je zou het maar voor die lelijkerd opgegeven hebben (ze hadden al drie jaar wat, het was geen nieuws voor hem). Die lieve, lieve kleine moeder van de Brazilliaan brak in hartverscheurend verdriet en tranen uit. Ik ook, een beetje. Ik dacht: wat een klootzak die vent. En: ik word oud, mild (soms) en sentimenteel. De dertig nadert. Maar vooral: is echte liefde een illusie?

Daarbovenop kreeg ik een telefoontje. Mijn lieve, leuke, gezellige, mooie en al jaaaarenlang in een relatie vriendinnetje F: single. Ik kon het niet geloven. De vierde in een maand. Natuurlijk, ik zei het al: relaties gaan heus weleens uit. Verkeringen van pubers ja. Of van je ouders, maar die moesten sowieso nooit bij elkaar komen. Alleen: ik hoor nergens successtories meer. Ik ken weinig tot geen gelukkig getrouwde mensen. Geen stellen die al jaaaaaaaaren straalverliefd zijn en samen oud, grijs en stinkend gelukkig zijn geworden. Waar het allemaal fout ging en wat mensen elkaar allemaal voor verschrikkelijks aangedaan hebben, is een ander ding. Ik kan er boeken vol mee krijgen.

Dat is jammer en best eng. Want: hoe moet dat nou met mijn prachtige vriendinnen? Met de stellen waarvan ik wil dat ze voor eeuwig gelukkig bij elkaar blijven? En met mij? Ik heb helemaal geen zin in nog vijf verschillende relaties, en dat die dan toch niet werken. Investeren, openstellen en met lege handen achterblijven. Niet alleen afscheid nemen van je gezamenlijke doelen en dromen, maar ook van vrienden en familie. Verdelen van goederen. Verhuisperikelen. Misschien wel met huisdieren of zelfs kinderen in het spel. Gadver, ik word al moe als ik er ook maar een beetje aan denk. Maar wat moet je dan he? Eeuwig single zijn wil ik ook weer niet, in tegendeel. Dat wil niemand.

Dus er zit niks anders op dan gewoon mijn best doen en hopen. Een beetje bidden erbij. Ik voor mezelf, mijn vriendinnen en voor jullie; jullie voor jezelf, jullie vrienden en voor mij. Deal? Ik heb gelijk even uitgezocht tot wie we ons moeten richten, wel zo handig.

Dat zijn vrouwe Catharine: beschermheilige van single meisjes, professioneel koppelaar Antonius: beschermheilige van de liefde, Blaesilla: die van bruiden en weduwen en tot slot Judas Taddeüs: van de onnozelen (je kan maar beter grondig te werk gaan).

Dus: ik stel een hoop-en-bid-marathon voor. Het is bijna weekend, komt goed uit. Je kan het overal, je hebt er niks voor nodig, het kost je geen cent: geen smoesjes dus! Het is voor een goed doel. En een mooiere wereld. Help mij hopen.

Het Ring the Alarm-syndroom

Er gaat vast en zeker nog geen (alarm)bel bij je rinkelen om de titel alleen, maar je kent het absoluut. Wedden? Kijk maar even mee:

Shirley en Dave waren zeven jaar lang een stel. Dave wilde absoluut geen kinderen. Zei hij. Trouwen was ook zijn ding niet, dat hadden ze toch niet nodig? Het bleek een dealbreaker. Shirley en Dave redden de acht jaar samen niet. Binnen een jaar was Dave vader en echtgenoot. Maar niet bij Shirley.

Rosa en Paul dan. Er was nooit ergens tijd of geld voor. Rosa zorgde thuis braaf voor de kids en hield het huishouden draaiende, om haar immer overwerkende man te ontzien. Ze wachtte geduldig af tot haar tijd zou komen. Ze kreeg heel veel tijd voor zichzelf, maar niet op de manier die zij wilde. Ze kwam alleen te staan. Na de scheiding zette Paul de bloemetjes flink buiten en nam zijn nieuwe vriendin naar de meest leuke feestjes en naar prachtige, exotische vakantiebestemmingen. Haar en haar kinderen. Naar die van zichzelf keek hij nauwelijks nog om.

Bij mij niet. Bij haar wel. Waarom bij haar wel?
Vragen die Shirley en Rosa door hun hoofd spookten.

Shirley’s en Rosa’s. Ze komen in alle vormen en maten en ze zijn overal. Onze oma’s, moeders, zussen, nichten, vriendinnen, buurvrouwen, collega’s: je ontkomt er niet aan. Ik dacht altijd dat ik heus niet in dat soort situaties terecht zou komen. Ik zou heus niet zo’n bittere ‘eerste vrouw’ worden en mezelf met anderen vergelijken. Echt niet.


DING DONG!

 
De realiteit kwam op bezoek. Ik zat ernaast. OK, ik ben niet getrouwd geweest. Ik heb –goddank- ook geen kinderen gekregen. Ik hoef beide ook niet zo nodig. Maar ook ik, besefte ik, ben een Shirley geweest. Of geworden. Ik ben lang samen geweest met iemand waar ik mij honderd procent aan gaf en me helemaal op richtte. Cijferde mezelf weg. Deed alles voor hem en voor ons samen. Had eindeloos veel geduld. Bleef uitleggen hoe van alles werkte, van het koken van een ei tot communiceren met je geliefde. Hij ging uit, zonder mij. Had veel vrienden, die ik maar niet leerde kennen. Stak geen vinger in het huishouden uit. Deed vooral waar ie zin in had. Beantwoordde gerust telefoontjes en sms-jes zeg maar,…nooit. Er waren mensen die zelfs verbaasd waren dat wij al jaren samen waren. Had ie nooit wat over losgelaten.

Toen ging het uit.

Hij had direct een andere vriendin. Al toen het niet eens officieel allemaal verbroken en gedaan was met mij. Misschien daarvoor al, maar daar gaat het nu niet over. Via alle social mediawegen werd onder mijn neus gewreven dat zij een relatie hadden. Door status-updates (ze hadden haast het officieel te maken), lieve krabbels (bij haar WEL), door overal samen heen te gaan inclusief zijn vrienden (wederom: bij haar wel?!). Jeetje, hij was zo lief en gezellig en attent en de hele wereld mocht het weten. Ik vroeg me ondertussen af: bij mij niet. Jarenlang niet. Wat ik ook deed: neen. Bij haar wel. Waarom bij haar wel?

Daar kwamen de gedachten: ik stop mijn hele ziel en zaligheid in je. Investeer. Leer je alles wat je weet, sta onvoorwaardelijk achter je, laat je de ruimte jezelf te ontdekken en te ontplooien, máák je verdomme zoals je nu bent. Je weet mij als dank niet op waarde te schatten en juist te behandelen. Laat me gebruikt en met lege handen achter. En bij de eerste de beste trol daarna kan je het wel? Waarom bij haar wel?

Om helemaal gek van te worden. Gek, onzeker en verdrietig. En boos ook. Eigenlijk boos vooral. Je gaat jezelf met die ander vergelijken. Wat jij in jaren niet voor elkaar hebt gekregen, krijgt zij op een presenteerblaadje. Waar jij voor gezwoegd hebt, gaat zij mee aan de haal. Jij was het dus blijkbaar, op de een of andere manier, niet goed genoeg.  Maar waarom? En waarom niet? Waarom is ineens erg belangrijk in je leven. 

(Waarom weet je niet, je zult het niet te weten komen en eigenlijk wil je dat ook niet, maar dat heb je natuurlijk snel zelf bedacht. Ze is echt heus niet leuker, liever, slimmer, zorgzamer, grappiger, of gezelliger dan jij. En ze verdient natuurlijk helemaal niks goeds in het leven. Wat heeft ze er nou voor gedaan? Dus dan is het simpel: sex. Daar komt het natuurlijk op neer. Zij is dom en lelijk en geeft gewoon snel the pussy op. Ze moet wel. Dat zal het zijn. Ja, dat is het en daarmee basta)

Boosheid dus. Verdriet. Onzekerheid. Vragen. Een vleugje bitter. Het zijn de ingrediënten die samen het syndroom van Ring the Alarm vormen. Ring the alarm, de titel van een liedje dat Beyonce schreef. Een liedje waar de verontwaardiging en de woede vanaf druipen. Een liedje dat de spijker op zijn kop slaat, als je het mij vraagt. Waarbij je lekker dramatisch mee kan gillen. Of stiekem stilletjes zelfmedelijdende traantjes bij laat. En waarbij het refrein luidt:

Ring the alarm, I’ve been through this too long, but I’ll be damned if I see another chick on your arm!

Je kunt dus zomaar ineens een Shirley worden. Of je nou wilt of niet. Daar doe je niks aan. Het is ook best pijnlijk, dat syndroom. Maar dat weet je zelf natuurlijk ook wel.

F*ck vlinders

Want we kunnen maar geen vrienden worden. Ik heb het over buikvlinders, kriebels, ‘botervliegjes’ zoals Thamar ze noemt. Die dingen in je maag die je voelt als je verliefd bent. We zijn elkaar ergens kwijtgeraakt.

Er was eens een Buurman. Deze buurman was zo’n beetje de eerste man met wie ik in aanraking kwam na mijn grote, dramatische breuk met De Ex. Buurman was, naast een lekker ding, lief en grappig en ik was helemaal enthousiast. Dat dit zo snel allemaal weer kon, ongelooflijk! Ik vond alles aan hem heel, heel erg leuk. Maar verliefd? Ik wist het niet. Daar zou ik wel achter komen, just go with the flow en dan zou het wel goed komen. Helemaal mezelf was ik (nog) niet bij hem, dat voelde ik wel. Maar dat zou allemaal wel goed komen, dacht ik. Aan dit sprookje kwam echter al snel een einde, dus echt uitvogelen kon ik de situatie niet.

Nou ja, dat gaf niet echt veel. Ik ging gewoon door zoals altijd en ontmoette hier en daar interessante mensen. Die gevoelens zouden wel weer komen, dacht ik zo.

Toen kwam daar de Sprinkhaan in beeld. Een insect, true, dus de overstap naar vlinder zou zo gemaakt kunnen zijn…zou het dit keer raak zijn? Hoe ik ook dacht dat ik voor ze openstond; ze kwamen niet. Niet eens een beetje. Niet na de eerste afspraak. Niet na de tweede. Zelfs niet na leuke gesprekken, spontane acties, lieve verrassingen en hele dagen samen in bed. Ze bleven echt weg, terwijl ze zo welkom waren. Deze Sprinkhaan was een prima match, afgezien van zijn buitenkantje. Hoewel ik dat een beetje oppervlakkig van mezelf vond, kon ik dat wel relativeren. Ach ja, dat kan je hebben, vertelde ik mezelf. Gewoon een kwestie van toch niet helemaal je type. De volgende keer zou het heus wel raak zijn.

Dat bleek. Ik werd misselijkmakend geobsedeerd – anders kan je het gewoon niet noemen- door iemand die mij totaal niet zag staan. De vlinders waren in dit geval geen prettige tintelingen, het waren allesverzwelgende monsters. Ik heb mezelf hier lang mee gepijnigd, denkende dat het een verliefdheid was. Het ging hier in ieder geval sowieso niet om een man waarmee ik mijn leven zou willen/kunnen delen, dus ik deed er niks mee. Dat gaat natuurlijk ook moeilijk met iemand die jou niet wil.

Wat doe je dan? Dan fladder je gewoon weer verder. Iemand moet het toch doen als die klotebeesten het af laten weten, ja toch?

En toen kwam er ineens een man op mijn pad waar niks aan af te dingen viel. Die helemaal voldeed aan mijn ‘lijstje’, als ik die al heb, van het spleetje tussen de tanden naar de haarloze borstkas via zijn kalme, zelfverzekerde houding naar oprechte zorgzaamheid. Nou, denkt iedereen (bepaalde lezers in het bijzonder), eindelijk is Anouk klaar met zeiken! Zoek niet verder! Eind goed, al goed! Toch?!

Nee.

Wederom een lege buik. Geen donder, geen bliksem. Vooralsnog hebben onze gevleugelde vrienden het af laten weten.

Dus vraag ik me af: waarom?

Waarom kunnen de vlinders hun weg naar mij niet meer vinden? Komt het door De Ex? Heb ik nog dingen te verwerken? Kan ik misschien, door een of andere weirde reden, niet verliefd meer worden? Dat lijkt me sterk. Mijn obsessie leek te bewijzen dat ik dat wel kan. Hoewel een onbereikbare liefde natuurlijk wel makkelijk is. Dan hoef je er niks mee, behalve zwelgen in zelfmedelijden. Want het wordt toch niks. Too easy. Daar laat ik mezelf niet mee weg komen.

Wil ik dan niet meer verliefd worden? Ik zou niet weten waarom. Het is heerlijk, zeker als het beantwoord wordt. Het is tegelijk ook wel eng, je kwetsbaar opstellen. Ik dacht dat ik dat wel durfde, maar nu twijfel ik toch. Ik twijfel of ik wel voor relaties gemaakt ben, terwijl ik heel hard roep een relatiemeisje te zijn. Ik twijfel of ik nog wel zin heb om moeite in een relatie te steken. Om mezelf aan te passen. Om – want stel je voor dat het goedgaat- op mijn smoel te gaan en weer op te krabbelen. Ik twijfel of ik misschien stiekem een ideaalbeeld in mijn hoofd heb, waar waarschijnlijk niemand aan kan voldoen en ik daarom mijn geluk onbewust saboteer.

Komt dit misschien allemaal omdat dit gewoon niet de juiste is? Zal al die twijfel wegvallen als ik diegene ontmoet? Maar ik geloof toch niet in een ware? Misschien komen de vlinders mettertijd? Misschien zijn ze overbodig als de rest helemaal goed zit? Fuck vlinders. Na een tijd ben je toch niet meer verliefd, toch?, en dan kun je maar beter gewoon een solide basis samen hebben. Zal ik de kans wagen? Moet ik mezelf en vooral ook hem de moeite en tijd besparen?  Wat als ik ergens in ga zitten en zo misschien iets anders misloop? Wat als ik iets verspeel wat heel goed zou kunnen zijn?

Het zoemt. Niet in mijn buik, maar in mijn hoofd. Ik wil hier niet over nadenken. Ik wil niet twijfelen. Ik wil doen. Ik wil lol hebben, liefhebben.. ik wil gewoon vlinders! Ik weet alleen even niet hoe…

Lieve schoonmoeders,

van lieve meisjes zoals ik.  In het verleden, het heden en liever niet in de toekomst: bedankt!

Bedankt dat jullie trouw ’s morgens de boterhammetjes van jullie zonen smeren. Ook nu nog. Hun boxers met racesporen onder de bank vandaan vissen, omdat er anders niks mee gebeurt. Speciaal voor hen, omdat de losers niks anders lusten, een extra prakje koken. Afspraken met bijvoorbeeld de tandarts voor ze maken, ze noteren, ze nog even erop attenderen als het zover is.

Het heeft als resultaat dat mannen (of eigenlijk: jongens) er van uitgaan dat je hun secretaresse , huishoudster, gezellige maatje en daarnaast ook nog eens pornofreak in bed bent. Tuurlijk! Doe ik! Multi-task for life! Ik zit ook echt te wachten op gesprekken als:

‘Anouk, ik zou vandaag dweilen toch? Waar staat de dweil? Hoe ziet dat eruit? Welke verhouding water/schoonmaakmiddel moet ik gebruiken?’

Heerlijk toch. Ik heb altijd al een relatie met een kind willen hebben………… not. Ja, nee, natuurlijk vind ik het niet erg dat hij mijn maaltijd waar ik bloed, zweet, tranen, mijn kostbare tijd en heel veel liefde in heb gestopt en die ook nog eens voedzaam en gezond is, afdoet met: ’tis toch niet zoals van mijn ma’. Instant hoofdpijn die avond, dat snappen jullie.

Jullie zouden ons zo een plezier doen door eens een keer échte mannen van jullie zonen te maken in plaats van hulpeloze papkindjes die al in paniek raken als ze eens de knop van de wasmachine aan moeten zetten.  Of een belastingformulier moeten invullen. Een ei voor zichzelf moeten bakken als jij eens een dagje iets anders gaat doen.

Ik vraag me af hoe het toch zover komt steeds…. Tis namelijk niet dat jullie dit niet herkennen, want zelf zeiken jullie ook over de zoutzak die geen vinger uitvoert die jullie getrouwd zijn. Ergens gaat er dus iets mis. Waarom? It could all be so simple…

Dat ik jullie lief noemde was dus een klein beetje gelogen. Jullie zijn draken. Volgens mij expres, daar ben je schoonmoeder voor. Maar ik heb hoop. Mijn toekomstige schoonmoeder is anders. Die weet wel hoe het moet en is dus lief. Echt wel.

Happy single?

‘Oh ik vind het heerlijk! Echt, ik wil niks anders meer! Ik kan doen en laten wat ik wil, ik hoef met niks of niemand rekening te houden….. blablablablabla’

Bla, ja. Je kent het wel. Die enthousiaste types die met die hysterische cliche’s strooien. Ik geloof er niks van. Mensen die iets heel hard roepen en maar beargumenteren en herhalen, vertrouw ik niet. Die liegen gewoon, punt. Ze proberen heel hard iedereen te overtuigen van iets wat helemaal niet zo is, henzelf in de eerste plaats.

Single zijn. Rare term. Het is zo dubbel. Ja leuk, ongebonden zijn, niet met zijn stinksokken opgescheept zitten, gewoon je beenhaar zonder berouw zes weken laten groeien, spontane plannen maken (bestaat dat eigenlijk?) zonder rekening te hoeven houden met. Je aankopen niet hoeven verantwoorden, geen jaloersige en claimende praktijken. Het scheelt ook veel verplichte verjaardagen en etentjes bij vrienden en familie. Dat wel.

Maar je gaat mij niet vertellen dat deze blije staat van eeuwige duur is. Op een gegeven moment baal je gewoon. Weer alleen naar huis, alleen naar bed, alleen opstaan. Die lieve vriendinnen gaan ook weer gewoon huiswaards (naar vriendjes bijvoorbeeld). Je 1,5 huisdier luistert niet eens meer naar je gezeik. Die klote vuilniszakken ook altijd, om maar een praktisch punt te noemen. Overal waar je komt is alles gericht op stelletjes. Overal waar je komt zwermt het van de stelletjes. Die net even die affectie tonen die jij ook van een ander wil. Dat hij met haar knopen speelt terwijl ze praten. Die blik van verstandhouding die ze elkaar toewerpen in een kamer gevuld met anderen. Die kleine, speciale, intieme dingen. Die een relatie, een relatie maken (mits deze gezond is, want relaties zijn allesbehalve zaligmakend). Dat wil jij ook. Daarom ben jij, als zogenaamde happy single, zoveel op stap en aan het daten en weet iedereen hoe leuk jij bent en ook beschikbaar. Hetzelfde plaatje blijf zich herhalen. De naald wordt stroef. Dit is niet leuk meer. Jij wil gewoon samen een elpee worden. De eeuwigdurende soundtrack maken van een gelukkige, complete, perfecte relatie. Lekker geforceerde metaforen, ik lijk potverdikkie James Worthy wel.

Single zijn is dus gewoon een tussenfase. Onvrijwillig ook nog. Happy singles? Ik ken ze niet.

Verliefd keer drie

Vroegah, toen ik nog puur, onschuldig en -toegegeven, kinderachtig- onbevangen de wereld in blikte, dacht ik dat je maar op 1 persoon tegelijk verliefd zou kunnen zijn. Zo ben ik zelf namelijk ook. Helemaal letterlijk en figuurlijk blind. Niks of niemand anders bestaat meer als ik verliefd ben.

Meerdere personen tegelijk leuk vinden, dat kwam er gewoon niet in bij me. Mensen die dat beweerden, die lulden maar een eind weg. Zoiets overkomt je ook niet, dat láát je ook niet gebeuren. Er is maar plek voor 1! Dan zag ik weer één of andere Jambers-documentaire over iemand die ‘overdag gewoon bij de bakker werkt, maar ’s avonds zich uitleeft in haar polyamoureuze huishouden’. Met andere woorden: een wijf hield er twee mannen op na. Samen in één huis! De een lag nog lekker in bed met haar te lepelen en dan stond de ander –de laffe lapzwans!- hun ontbijt klaar te maken. Ze waren het er gewoon allemaal mee eens! Ongelooflijk. Wie gaat daar nou mee akkoord? Sowieso.. Dat kan toch niet?

Ik weet ondertussen beter. Ik heb geen oogkleppen meer op want:

– vroegah is vroegah en ondertussen ben ik veel meer te weten gekomen over mensen en relaties en weet ik dat lang niet iedereen voldoet aan mijn hooggespannen ideaalbeeld, misschien ikzelf wel in de eerste plaats
– ik draag tegenwoordig weer lenzen en zie mensen dus gewoon weer letterlijk staan;
– ik heb toch geen relatie dus ook figuurlijk zie ik mensen staan, en hoe;
– ik denk dat ik zelf verliefd ben op meerdere personen

Vooral die laatste dus. En ik ben overdag ook gewoon non en kattenmoeder oftewel een normaal mens. De ene verliefdheid is de ander natuurlijk niet, maar er zijn weleens periodes dat ik ver-sch-rik-ke-lijk gecharmeerd ben van meerdere mannen tegelijk. Die ik voor mezelf wil hebben, in ieder geval voor eventjes. Bij de ene wil ik heel graag zijn omdat ik me kapot lach en we tot in de vroege uurtjes kunnen feesten. Bij de ander omdat ie zo intelligent is en zorgzaam en we tot in diezelfde vroege uurtjes over van alles en nog wat filosoferen met –heel hippy, ik weet het, zo ben ik- thee en wierook en mooie muziek op de achtergrond. Dan heb je ook nog diegene wiens dramatische  lemming ik ben en die mij gewoon misselijk maakt met één woord.

Ik ben eens aan het googlen geslagen en kwam natuurlijk op Wikipedia uit, waar dit staat over polyamorie: ‘polyamorie staat voor een levenswijze waarbij erkend wordt dat het mogelijk is om van meer dan een persoon tegelijk te houden. Deze liefde uit zich in relaties waarbij vriendschap, intimiteit, een emotionele band, spirituele verbondenheid en/of seksualiteit ingrediënten zijn’.

Logisch, heeeeel logisch! Dus ja. Ik snap het nu veel beter. Ideaal eigenlijk! Dat ik daar zelf niet op gekomen ben! Gewoon je opties open houden; shit, ik snap al die mannen die zo achterlijk en vaag tegen me deden ineens veel beter (behalve dat ik dan weer wel zo eerlijk zou zijn het gewoon te zeggen… ik noem geen namen verder maar hoi!).

Ik heb dus besloten: Ik ben Anouk en ik ben bedrijf polyamorie. Zolang ik niet de alles-in-1-man heb gevonden, ga ik gewoon polyamoureus aan het daten. Stel dat het met meerderen wat serieus kan worden, wie weet krijg ik ze dan wel zo ver……

Een liefdesgeschiedenis

De mijne. Niet echt een dweperige kasteelroman, kan ik je vertellen. Ik heb even (naar aanleiding van de filosofeersessie) de balans opgemaakt. Kijk maar ff mee:

In den beginne, ook wel de kleuterklas geheten, was ik een two-timer. Ik had ‘verkering’ met twee jongens tegelijk: Andy en Freddie. Andy was donkerharig en loens en dat vond ik heel lief. Freddie was witblond en had een krul op zijn voorhoofd hangen en dat vond ik ook heel lief.

Toen ik eenmaal kon lezen en schrijven en dus ook een keer een liefdesbrief naar mezelf schreef, waar ik het nu niet verder over wil hebben, is het heel lang stil geweest. De populairste van de klas was Harry, maar die ging al met mijn beste vriendinnetje en was meer als een broertje van me. Ricky had me wel gevraagd maar die was veel korter dan ik en had al met Trees. Ricky is nu een voetballer: keuzes maken op basis van ratio en wat goed voor me is, had ik toen al niet in de vingers.

Daarna kwam de middelbare school. Ik had helemaal geen tijd of zin om me met jongens bezig te houden. Ik kreeg wel verkering met de buurjongen, iets wat anderhalf jaar heeft geduurd en met wie ik heel wat aftongde. Daarna kwam een klasgenootje die heel lief was, maar die ik stiekem heel lelijk vond. En te soft. En gewoon echt lelijk. Ik deed maar wat, iedereen had nou eenmaal verkering met elkaar. Ik durfde alleen steeds minder goed met hem over straat en ik schaamde me voor hem. Ik heb het uiteindelijk maar uitgemaakt en ik heb nog nooit een jongen zo zien huilen. Ik werd er helemaal naar van. Karma heeft dit later ruimschoots goedgemaakt; wees gerust. Ik dacht ook altijd dat niemand mij leuk vond. Achteraf heb ik van verschillende jongens te horen gekregen dat zij dan weer stiekem verliefd op mij waren. Nooit wat van gemerkt! Ik had het ook niet geloofd denk ik. Als puber ben je natuurlijk zo onzeker als ik weet niet wat. Onnodig, maar dat weet ik nu pas. Assertiviteit en extravert zijn kende ik totaal niet (ja echt!).

Vanaf hier werd het allemaal een stuk serieuzer. Op mijn achttiende kreeg ik echte verkering. Ik dacht dat dit hem was. We zouden samen heel oud en grijs en gelukkig worden. Hoe lief. Hoe naïef. Het was na drie maanden over. Ik dacht dat nooit iemand mij meer zou willen. Ik wilde in ieder geval (twee weken lang) nooit meer iemand anders.

Na negen maanden kwam De Relatie. Ik leerde degene kennen waarmee ik acht jaar samen ben geweest. Waar ik mee samenwoonde. Ik had een ‘schoonfamilie’.  Wij hoorden bij elkaar. We zouden kinderen krijgen, dat stond vast. Niet dus.

Ik was ineens volwassen en single. Die combinatie kende ik nog niet van mezelf. Gebroken en gedesillusioneerd. Wat doe je dan? Dan knip je je haar af. Dat deed ik… niet meteen, toegegeven. Je gaat ineens alleen voor jezelf leven. Je gaat jezelf opnieuw uitvinden.

Door veel nieuwe dingen te ondernemen. Check. Er ging een wereld voor me open. Leuke feestjes, mannelijke aandacht, veel lachen, lekker buiten zijn, compleet nieuwe garderobe, nieuwe mensen ontmoeten, lang leve de lol. Niet door rond te neuken zoals sommige mensen denken. Zelfs tijdens mijn ‘wildste’ periode is dat niet mijn ding geweest. Wel door gewoon mensen te leren kennen. Niks fascinerender dan mannen. Ze zijn allemaal zo anders. Leuk om dat mee te maken. Om op nieuwe plekken te komen, nieuwe ervaringen op te doen, elkaar te leren kennen. Superspannend allemaal.

Ik zit nu nog in mijn na-mijn-relatie-fase. Het is binnenkort twee jaar geleden. Ik heb nog niet in de verste verte iets van een relatie gehad in die tijd. Ik heb wel van alles wat daarvoor zit gehad, namelijk:

– verliefd worden op iemand die deed alsof ie serieus was, maar een player bleek te zijn;
– iemand leren kennen die helemaal leuk was maar waar ik niet verliefd op werd en hij wel op mij. De ene heb ik zo snel mogelijk afgekapt, de ander werd mijn eerste en enige friend with benefit maar dat blijft natuurlijk niet lang goed gaan als de verhoudingen scheef liggen;
– hopeloos verliefd worden op iemand die dat niet beantwoord;
– een aantal afspraakjes en daaruit voortvloeiende leren-kennen-gedoe met mannen die te saai, bizar, kinderachtig of vaag voor woorden waren. Vooral vaag.

Tot zover mijn ervaringen. Vrij weinig eigenlijk. Ongeloofwaardig weinig, vinden sommigen. Niet echt heel spannend. Vaak erg vermoeiend. Weer de vraag: is er iemand voor mij? Wat rest is de toekomst. Ik heb echt geen enkel idee van hoe die eruitziet…. ik ben een beetje bang.

Ik ben een beetje TE

Sommige meisjes hebben het geluk goede mannelijke vrienden te hebben.

Niet van het soort ‘gayccessoire’. Om dat gelijk even uit de wereld te helpen: nee, niet elke meid heeft een homo als vriend met wie ze zo goed kan lachen, eten, shoppen en over mannen lullen. Ik zou niet eens willen. Het is net zo’n achterlijk iets als ‘dikke mensen zijn altijd vrolijk’. Maar daar ging het niet over.

Terug naar de echte, mannelijke mannenvrienden. Ik heb er een paar, en daar ben ik echt heel erg blij mee. Ik shop dus niet met ze. Tenminste, niet standaard. Ze wonen ook niet echt om de hoek en ik heb daar natuurlijk ook gewoon mezelf, vriendinnen en het internet voor. Het gaat vooral om gewoon kunnen omgaan met elkaar omdat je het echt goed met elkaar kunt vinden. Met de een kan je verschrikkelijk leuk stappen, met de ander lach je je helemaal krom of kijk je films. De dingen die vrienden met elkaar doen. Alleen is dit een man-vrouwconnectie.

Mijn mannenvrienden zijn extra speciaal. Ze houden namelijk ook van heel veel praten, van analyseren en dingen proberen te begrijpen. Ze geven me een goed idee van hoe mannen in elkaar steken. In hoe ze denken en handelen. In hoe ze naar vrouwen kijken. Fantastisch vind ik het, en ook een voorrecht. Ze zijn supereerlijk en daardoor een goed klankbord. Ze zetten me op mijn plek. Ze houden me nuchter en leren me te relativeren.

Kortgeleden had ik weer een lange, late night filosofeersessie met één van hen. Gezien zij zelf ook vrijgezel zijn, zijn relaties, daten, gekke bitches, rare situaties en alles wat erbij komt kijken altijd een hot item. We kwamen op mijn liefdesleven. Ik snapte maar niet waarom ik elke keer van die vage types tegenkom. Op de een of andere manier lukt het me niet op langere termijn een leuke relatie met iemand te onderhouden, of dit nu een serieuze relatie is of een friend with benefit (en alles wat daar tussenzit). Het loopt altijd spaak, de mannen doen vaag en het is nooit ‘we gaan als vrienden uit elkaar’. Mijn vriend had er wel een theorie over. Hij begon:

‘Je bent hartstikke lief, zorgzaam en grappig. Je bent slim. Je bent onafhankelijk; je maakt je eigen geld, je doet je eigen dingen en je claimt niet. Je kunt jou gerust naar je familie meenemen. Je kan met jou op stap maar ook thuis hangen. Zeg maar een homey-lover-friend.’

Hmmmm…. Ik voelde me gevleid. Ik dacht: leuk. Ik vond dat ie ook wel gelijk had. Dus ik wachtte op de clou. Wanteh, wat is er dan mis? Waarom loopt alles op niks uit? Ik zou het wel weten met mezelf.

‘Ik zou het ook wel weten’, zei hij. ‘Iel’, dacht ik. Ik schoof wat meer naar de andere kant van de bank waar we comfortabel onderuitgezakt op hingen. ‘Maar de meeste mannen weten niet wat ze daarmee aanmoeten. Het is teveel. Het is te goed. Ze kunnen dat niet aan. Ze zijn het niet gewend. Je bent een meisje waarop je verliefd wordt en waarmee je een relatie begint. Daar rennen ze van weg.’

NOU JA! Ik zou het wel snappen als het ging om zestienjarigen. Maar kom op, ik loop tegen de dertig en dus mijn doelgroep ook. Dit kan toch niet waar zijn? Dat ik misschien TE onafhankelijk ben, daar kan ik inkomen. Misschien ben ik ook wel te direct. Daar kan niet iedereen tegen. Heel veel dingen kan ik best begrijpen, maar dit… Waarom zou je in hemelsnaam op mijn leeftijd bang zijn om een relatie aan te gaan (terwijl ik je dat niet eens vraag ook nog)? Wat moet je dan wel niet voor nare ervaringen hebben gehad en wat heb ik daarmee te maken? Hoe kan iets of iemand TE goed zijn? Ik zou mijn handen dichtknijpen met een homey-lover-friend. Ideaal toch?

Ik heb geen idee of hij gelijk had. Misschien een beetje. Misschien in het geval van sommige van de types die ik tegen het lijf ben gelopen. Ik snap het alleen niet. Ik zou ook niet weten wat ik er eigenlijk mee moet. Minder lief zijn? Minder relatiemateriaal zijn? Wil ik dat wel? What you see is what you get natuurlijk, en ‘je moet me maar nemen zoals ik ben’ en al die shit. Ik weet het niet. Ik heb wel weer genoeg om over na te denken… alsof ik dat niet al deed.

p.s.: Nee. Ik heb mijn mannenvrienden nooit gedaan. Ook niet een beetje. JA, dat bestaat echt! Nee, ze zijn niet lelijk, dom, vies of wat dan ook. Ja, ik kan ze je best wel van harte aanraden. Maar nee, zij en ik… gewoon nooit. OK. Dat dat ook duidelijk is.