Berichten

Domme vragen

Die bestaan niet, zegt men. Men lult maar wat.

Natuurlijk zijn er domme vragen. Vragen waarop het antwoord zó voor de hand liggend is dat je je afvraagt waar diegene het lef vandaan haalt om ze überhaupt te stellen.  Of waar geen echt antwoord op te geven is. Of van die vragen die meteen je nekharen omhoog laten springen omdat ze eigenlijk bol staan van veronderstellingen. Je kunt bijna zien hoe de radartjes in de hoofden van die mensen gaan, en dat ze je dan gelijk in een hokje plaatsen. Moet je net bij mij zijn. Van domme vragen word ik spontaan agressief. Ze roepen bij mij allemaal tegenvragen op.

‘Waarom heb jij nog geen kinderen?’, bijvoorbeeld. Hoe bedoel je, NOG? Wie zegt dat ik ze wil? Misschien kan ik ze niet eens krijgen, daar wel eens aan gedacht? Misschien ben ik wel helemaal niet geschikt als ouder. Heb je weleens om je heen gekeken, moet ik in deze verrotte wereld mijn bloedeigen kind loslaten? Ik heb al moeite met mijn katten alleen thuislaten als ze een snotneus hebben… Wat dan ook; het is blijkbaar heel raar om niet zo nodig aan kinderen te willen. Het verbaast me dat in de huidige maatschappij mensen nog steeds zo hopeloos ouderwets en veroordelend kunnen zijn over dit soort thema’s. En dat Jan en Alleman het heel normaal vindt om je daarover aan een kruisverhoor te onderwerpen. Alsof het hun zaak is. Nee, ik haat kinderen niet. Ja, lijkt me best leuk; een samensmelting van jou en de persoon van wie je houdt. Nee, ik heb geen haast. Ja, ik ben ook best gelukkig zonder. Mag ik misschien eerst een leuke man vinden waarmee ik iets kan opbouwen voordat ik aan kinderen denk? Ik weet dat ik AL dertig ben… Laat me met rust!

Over die leuke man te gesproken: ‘waarom ben jij NOG vrijgezel? Wat heb jij fout gedaan?’ Ehm, wie zegt dat ik wat fout heb gedaan? Hoewel we allemaal altijd wel wat fout doen natuurlijk. Waarom ben jij zelf dan vrijgezel? Misschien wil ik wel helemaal geen relatie? Zijn relaties (net als kinderen) zaligmakend? Misschien kom ik wel net uit een relatie? Waarom gaat dat jou wat aan, moet je wat van me dan? Laat me met rust!

Je zou bijna denken dat je een of andere loser bent als je geen kinderen hebt. Of single bent. Stel je voor dat je single bent en geen kinderen hebt….. Lijkt mij hartstikke fijn; toch minder gecompliceerd. Ik heb geen rekening te houden met een vervelende ex, bezoekregelingen en al die hoofdpijn. Ik hoef niet per se binnen de kortste keren huisje boompje beestje. Ideaal toch? Denk ik.  Maar dat kan aan mij liggen.

Irritant als ze zijn, hebben ze stof doen opwaaien waarover ik weer kan gaan nadenken. Ben ik een loser? Waarom heb ik geen relatie? Wil ik wel een relatie? Is er wel iemand voor mij? Moet ik kinderen gaan maken nu het nog kan? Zou ik voor andermans kinderen willen zorgen?

To be continued..

De ultieme relatietest

Een baby krijgen? Zal best. Samen klussen? Kan ik me iets bij voorstellen. Een reis maken dan? Zit ook wat in. Maar mijn toevoeging heeft met iets heel anders te maken. Het is niet aan een plek gebonden, het heeft minder ingrijpende gevolgen, je hoeft er niet zoveel tijd en geld in te investeren en het is op iedereen van toepassing.

Ik heb het hier over Cluedo spelen. En ja, ik ben serieus.

Afgelopen week had ik een huisfeestje, wat heel ontspannen en gezellig begon met wijn en nootjes voor de grote mensen en chocolade en cola voor mij, en toen heb ik dit aan den lijve ondervonden. Ik weet niet meer hoe het precies kwam, maar ineens speelden wij Cluedo.  ‘Wij’ zijn drie familieleden en ik. Ik noem ze verder niet bij naam, want je weet maar nooit…

Het begon dus heel ontspannen en gezellig, maar dat sloeg snel om. De fanatiekeling werd in sommigen gewekt en dat kwam duidelijk naar buiten. Ik zat bijvoorbeeld helaas tussen degene in die haar enthousiasme en haar teleurstelling met stompen uitte en degene die iedereen luidkeels van complotten beschuldigde en dodelijke blikken toewierp. Je kent ze vast wel.

Tussen het raden van wie dan de moordenaar was, met welk wapen en in welke kamer, kwam een heel scala aan emoties en karaktertrekken kwam voorbij. Agressief, wel of niet meewerkend, afgunstig, tactisch, goed of slecht luisterend, wel of niet tegen verlies kunnend. Ik vond het prachtig. Ik ken mijn familie natuurlijk heel goed en hun karakters kwamen stuk voor stuk uitvergroot maar wel accuraat naar voren. Gelukkig waren mijn zus (die durf ik wel te noemen) en ik meer van de vrede en bemiddeling, anders had dit heerlijk avondje best nog eens als ‘Gezelschapsspel wordt crime passionelle’ het nieuws gehaald kunnen hebben. Altijd lachen, die familiefeestjes!

We speelden drie potjes. De eerste won ik. De andere twee bleven  onbeslist. Doordat fanatiekeling en lomperd A bijvoorbeeld snel wilde winnen, de gok nam en ernaast zat. Dat kon ze zo slecht geloven, dat ze riep: ROOD? IN HET BUBBELBAD? MET HET MES? HOE KAN DAT NOU?!
Potje drie eindigde zonder winnaar, omdat fanatiekeling en mevrouw achterdocht B wel eens zelf de kaarten zou gaan schudden en daar blijkbaar niet zo behendig in was, waardoor het spel niet meer klopte. We mochten stoppen, onder voorwaarde dat het spel de eerstvolgende keer dat we elkaar zagen weer gespeeld zou worden en ‘dat kon maar beter heel snel zijn’.

Ik was uitgeput maar een inzicht rijker. Hoe grappig dat iedereen zijn ware ik zo laat zien, alleen maar om gelijk te krijgen. Binnen een kwartier zijn alle onderlinge verhoudingen duidelijk. Ik kreeg nog veel meer psychologische inzichten maar die ben ik natuurlijk ondertussen vergeten. En ik zweer dat ik alleen cola heb gedronken. Maakt niet uit, de strekking blijft hetzelfde. Als je wil weten hoe iemand echt in elkaar zit, speel dan eens Cluedo met hem.

Ik vroeg me af: stel je voor, het zijn de feestdagen en je neemt zo’n spel mee naar je verse lover en zijn familie…fantastische manier om ze allemaal, hem dus ook, op een heel losse manier eens goed te leren kennen. Of je introduceert het bij een groep mensen waarvan je weet dat er ongemakkelijke situaties gaan ontstaan… verdeel en heers anno 2011. Dat wat ik aan het begin zei over ingrijpende gevolgen behoeft misschien enige nuance. Des te spannender!

 

Moeder

Er bestaan bijna nergens zoveel ideeën en misverstanden en cliche’s over.

Het komt er op neer dat ze heilig zijn of ze op zijn minst zo moeten gedragen. Moeders moeten alles aan de kant zetten voor hun kroost. Ze hebben een 24/7 baan waarvan ze nooit vrij kunnen of, god forbid, mogen willen zijn. Hun uiterlijk en behoeftes doen er niet meer toe. De kids is wat ze eet, drinkt, slaapt en droomt (als ze daar de tijd voor vindt). De band tussen moeder en kind is vanzelfsprekend, niet te breken, uniek, onvoorwaardelijk en oh zo mooi. Moeders draag je op handen.

Yeah right.

Vandaar dat je van die types hebt die hun eigen dochter tegen betaling aan hele dorpen uitlenen. Vandaar dat vrouwen zich schamen om toe te geven dat ze hun eigen kind niet liever dan wat dan ook op de wereld vinden. Alsof die wezens waar je bloed, zweet, tranen, toewijding en liefde in hebt gestopt, geen vreselijke monsters kunnen zijn.

Ik pleit voor een beetje meer common sense. Ik spreek uit ervaring. Ik heb namelijk zelf ook een exemplaar. En jeetje, wat voor een.

Mijn moeder.

Ze is er zo een waarbij je altijd, no matter what, terecht kan. Die nooit om tekst verlegen zit en met iedereen wel overweg kan. Die erg spiritueel is. Ze praat een uur in een kwartier en van hak op de tak. Ze is nog steeds erg jong van geest en ziet er altijd goed uit. Zij heeft ervoor gezorgd dat ik met gemak een heel paard en dan nog een beetje wegvreet. Ze heeft alles altijd spic en span op orde. Zolang het niet al te formeel is, kan je haar overal wel mee naartoe nemen en je kapotlachen.

Ze is er ook zo eentje die me rustig om vijf uur in de ochtend opbelt, omdat ze daar zin in heeft. Ze is er zo een die bij iedereen opschept dat ze zo trots is op haar dochter, die eh.. iets met archeologie studeert, terwijl ik gewoon communicatie deed. Die niet kan wachten me in een kamer vol met anderen voor schut te zetten. Die in slaap valt met pannen op het vuur, sigaretje in de hand, die gewoon even de hond bij de supermarkt vergeet en de huisdeur niet altijd achter zich sluit. Die de rollen nu al omgedraaid heeft en ervoor zorgt dat ik moeder over haar, dus. Die altijd gelijk heeft, en zo niet, dat nooit zal toegeven. Die meent van alles te mogen roepen, omdat zij nou eenmaal de ouder is.

Als kind denk je altijd: ‘Later als ik groot ben, doe ik het allemaal heel anders’. Dat is me tot op zekere hoogte wel gelukt. Mijn moeder had op mijn leeftijd twee kinderen, waar ze voor thuis bleef. Ik heb twee katten, die ik regelmatig vergeet eten te geven. Ik moet er niet aan denken om niet te werken. Door mijn moeders schade en schande weet ik heel goed wat ik wel en niet wil. In relatie tot mannen en het huishouden bijvoorbeeld.

Ik heb me vaak geschaamd voor mijn moeder. Ik kan haar nog steeds met enige regelmaat wel achter het behang plakken. Ik heb haar ook weleens heel erge dingen gewenst, in mijn hoofd dan. Ik weet zeker dat dat, op het schamen na, geheel wederzijds is (ik doe namelijk nooit dingen waarvoor wie zich dan ook hoeft te schamen, natuurlijk 🙂 ).

Mijn moeder in een notendop. Met haar plussen en haar minnen, zoals er zovelen zijn. Ze zijn soms net mensen 😉

Scharrelen: poging 1

‘WAT? Hoe weet jij wat zijn favoriete drankje is en waarom haal jij die in huis? Blijft ie slapen? HIJ KRIJGT ONTBIJT? Ik wou dat ik vrouwen deed, dan werd ik meteen ook jouw scharrel… Ik doe alleen de deur voor ze open, en als ze geluk hebben en ik zin heb ervoor mijn nest uit te komen ook weer dicht.

Twee weken into mijn allereerste poging tot scharrelen en ik had duidelijk al een doodzonde begaan. Mijn vriendin had ogen zo groot als schoteltjes en ze was bijna beledigd. Zulke dingen hoorde ik toch te weten? Nou, nee. Ik deed maar wat.

Ik kon er, als nieuwbakken vrouw van losse zeden, weinig tegenin brengen allemaal. Rare regeltjes zeg, die heb je bij een ‘normale’ relatie toch ook niet?! Ik deed een poging. ‘Ja maar… je schopt mensen toch niet zomaar de straat op?’ Blijkbaar wel. ‘Je mag toch wel ook aardig voor elkaar zijn en niet per se echt alleen sex hebben?’ Blijkbaar niet. Nou, dat scharrelen vond ik nu al geen reet meer aan. Hou je sex dan lekker. Ik ben geen robot….

Nieuwe poging. Knuffelen? Nee. Activiteiten buiten de deur? Hell no. Dan loop je kans gevoelens te kweken. Nou en, was mijn eerste gedachte. Kan toch, dan spreek je dat uit en dan krijg je een relatie en leef je nog lang en gelukkig. Of de ander voelt niet hetzelfde en dan leef je lang en gelukkig, maar niet met elkaar.

Ik liep sowieso geen risico. Ik was niet verliefd. Ging ik ook echt niet worden, dat was zeker. Niet omdat ik dat niet wilde, maar omdat de vlinders gewoon niet kwamen. Ik was er klaar voor hoor, of ze nou beantwoord zouden worden of niet, in mijn buik waren ze welkom. Ik zou er wel mee kunnen omgaan. Zo niet, dan niet, dat zou ik dan wel weer zien.

Hij was attent, intelligent, grappig, ambitieus, hij had een spleetje tussen zijn tanden en een lekker plat accent. Bovendien een Ken-buik en mooie, rechte schouders. En, voor een scharrel natuurlijk hartstikke belangrijk: de sex was banging. Meer woorden wil en hoef ik er niet aan te verspillen. Gewoon, banging! Daar lag het dus niet aan.

Wat was er dan wel mis? Ik vond hem niet mooi. De dreads waar anderen, *kuch* Thamar *kuch* bijvoorbeeld, zo weg van zijn, stoorden me. In bed gingen ze alle kanten op en leidden me af. Ik dacht aan een sprinkhaan en vond dat stiekem grappig, dat is toch erg? De remedie ‘gewoon ogen dichtdoen’ hielp hier nog wel.  Als ik wilde slapen en ze lagen weer op mijn kant, dan irriteerde ik me er mateloos aan. Hoewel ik het anders zou willen, maakte alles eromheen dit defectje helemaal niet goed. Nou, dat was ook weer duidelijk. Ik ben oppervlakkig. Blijkbaar is uiterlijk belangrijker voor me dan ik dacht of wilde toegeven. Ik ben helemaal niet anders dan anderen, ik heb de diepgang van een fruitvlieg….

Vanaf daar ging het mis. Ik wilde niet met hem over straat. Had ik gewoon geen behoefte aan. Wilde ie ineens hand in hand lopen. Mooi niet. Tussendoor bellen over ditjes en datjes. Thanks but no thanks. Werd ie boos. Nouja. Ik hield me netjes aan de afspraken, deed ik het nog fout!

De scharrel-val. Verliefd worden. Meer willen. Ja hoor, we waren erin getrapt en heel hard gevallen.  Niet ik, maar hij. Hij was gek op me. Wilde een relatie. Ja, toch wel… leuk, een compliment ofzo, maar nee, ik kon er niks mee. Werd ik nog beschuldigd van het spelen van spelletjes ook, want ik had het zo gezellig gemaakt. Ja hoor. Nog ff.

Dit was scheef gegroeid. Hier kon even je ogen dichtdoen niet meer tegenop. Ik kon niet anders dan het beëindigen. Dat was een kort en krachtig avontuur. Nu mijn vriendin nog onder ogen komen om haar gelijk te geven. Ik kon mijn volgende preek al horen: ‘Ik zei het je toch. Jullie gingen uit op stap en uit eten, for gods sake, dan krijg je dat!’

Ja…. Dat weet ik nu. Ik heb mijn lesje wel geleerd hoor. Ten eerste: scharrelen lijkt ‘vrijheid, blijheid’ maar komt met een waslijst aan eisen en verwachtingen. Ten tweede: ik ben dus oppervlakkig. Niet alleen dat, er mag ook gevoelloos bij en ik speel -blijkbaar- mindgames. Ik kan lust en liefde gescheiden houden. Ideaal dus. Nog eventjes leren wat zakelijker te zijn en ik ben er weer klaar voor.  Ik zeg: scharrel nummer 2, komt u maar!