Berichten

Overwinning op mijn hoofd

Als er iets is in het leven wat ik graag wil kunnen maar tegelijkertijd doodeng vind en dus nooit doe, is het mensen troosten. Nu heb ik wel een ‘Bachelor of Social Work’ op zak. Bovendien ben ik self-proclaimed mensen-mens, dus dat is natuurlijk een beetje raar. Niet alleen zou ik iemand graag troost willen bieden, ik mag er van uitgaan dat ik ook nog eens weet hoe het zou moeten.

Aan motivatie of skills ligt het dus niet. En toch. Als ik iemand keihard zie en hoor huilen in de tram, als een vriendin iets vreselijks overkomt, als een familielid erdoorheen zit; ik bevries een beetje. Natuurlijk bied ik een luisterend oor en een kop thee wanneer nodig en mogelijk (en dat is meestal als een ander al over een rug gewreven en lieve woordjes gefluisterd heeft). Maar ik wil dus die eerste zijn. Gewoon mijn hart laten spreken. Diegene die je meteen ff beetpakt en je laat uitrazen. Ik weet namelijk hoe fijn dat kan zijn. En van anderen blijmaken word je zelf ook weer blij.

Waarom doe ik dat dan niet? Door mijn hoofd. Die gaat allerlei drempels opwerpen. Misschien zit diegene namelijk helemaal niet op mij en mijn troost te wachten. Alles wat ik zeg zal wel de plank misslaan en vreselijk cliché zijn. Misschien stink ik, ik ben natuurlijk wel een fervent kaas- en knoflookliefhebster…. Dus doe ik niets. Ik kijk, ik voel, ik denk, ik probeer…maar neem toch weer gas terug. Om later dan te denken: hè, ik wou dat ik had uitgesproken wat ik dacht. Waarom werp ik nu weer die drempels op? Jammer dat ik weer niet gewoon wat meer op mijn instinct afging….

Nu kreeg ik afgelopen week een perfecte oefenkans.
Op werk trof ik een collega aan die overduidelijk ergens mee zat. Toen ik haar dus vroeg of het wel ging en zij daarop ‘nee’ antwoordde en ik haar lip zag trillen, klaar om in tranen los te barsten, was dat mijn cue. Ik ging door mijn knieën, legde mijn arm om haar heen en daar ging ze. Tranen met tuiten. Ik ook. Van de weeromstuit en omdat ik zelf ook al niet zo lekker in mijn vel zat. En zo stonden we ineens in elkaars armen, allebei te brullen. Het voelde heerlijk. Als vanzelf aaide ik haar over haar hoofd, kwamen de geruststellende woordjes los en werden we allebei weer kalm. Nu werd het tijd om te gaan vertellen wat er eigenlijk aan de hand was en konden we elkaar advies geven.

Eindelijk, eindelijk heb ik mijn hoofd eens overwonnen. Het voelt als weer een beetje volwassener worden. En het smaakt naar meer! Treurend Nederland: u bent gewaarschuwd.