Berichten

You had me at hello

‘Hoi’.

Opeens was hij daar. Het was een zonnige dag toen hij op zijn skateboard mijn leven binnen kwam gereden. Hij trok meteen mijn aandacht met zijn grote, reebruine ogen, half verscholen achter een nonchalante lok en in een brutaal jongensachtig gezicht. Ik was bezig geweest wat bruisballen te stapelen, maar dat liet ik per direct varen.

Semi-cool, want ik voelde dat dit de approach was, antwoordde ik met een ‘Hai! Wat kan ik voor je betekenen’?

Hij was op zoek naar een klein kadootje, lekker ruikend maar ook praktisch. ‘Voor je meisje?’, vroeg ik. ‘Neuh’ zei hij, waarmee hij mijn vraag wel beantwoordde maar ook precies niets meer dan dat prijsgaf.

Dus gaf ik hem een grande tour door de winkel. Vertelde over de zeepjes, liet de shampoos zien. Ik stelde vragen, hij antwoordde, ik smolt. Zo pienter, zo welgemanierd, nu al zo’n zelfverzekerde, open houding…

Hoewel ik degene was die hem wat aan moest smeren; ik was onder de indruk en helemaal verkocht. Niks meer aan doen; lintje eromheen en presenteren aan mijn moeder!

As if. Hij kwam voor een klein, lekker ruikend kadootje en dat had hij nu. Zijn missie was volbracht. Extra zorgvuldig (lees: langzaam) pakte ik het kado in. Het moment rekken. Nog even small talken en lachen om mijn onmogelijke, rare ik.

Nu was het toch echt zover. Met een ‘doei!’ rolde hij zonder omkijken mijn leven weer uit. De zon die hem bij binnenkomst nog van een schitterend aureool voorzag, vertroebelde nu mijn blik. Maar met mijn hand als bescherming en mijn ogen toegeknepen, kon ik hem nog net weg zien glijden.

Ik zuchtte. Een berustende zucht, een positieve zucht. Die bestaan!
Wat een engel. Ik zou hem vast nooit meer zien. Met zijn lekkere kop met haar. Met die prachtige kijkers, waarmee hij vast nog menig meisje zou veroveren. Ik zou het allemaal niet meemaken. De hartenbreker!

Ik schatte hem een jaar of tien.