Ziek en single

De blik. Je kent hem vast wel. Ik denk dat het beste woord ervoor ´meewarigheid´ is. Soms volgt er een hoorbaar ´ahhhh´ als uiting van de medelijden, een andere keer wordt ie niet geuit maar weet je gewoon dat dat achter die blik schuilt.

Single zijn terwijl je ernstig ziek bent. Het is blijkbaar nog zieliger dan ziek zijn en wel een partner hebben. Het is dezelfde soort maatschappelijke verwachting/veroordeling die hetzelfde soort reactie oproept als 30-plusser en single zijn. Of geen kinderen hebben, ze zelfs niet willen. Bij de ander en bij mij dus, want de ander vindt er van alles van en ik wil gelijk in de verdediging, nee zelfs in de tegenaanval.

Ik ben namelijk niet zielig en ik heb helemaal geen man nodig. In de maatschappelijke pas lopen heb ik nooit gewild of gedaan en als het even kan dan spreek ik me graag en luid en duidelijk over van alles uit. Fuck je verwachtingen. Ik moet niks. Ik maak alles zelf wel uit! Misschien is het wel mijn keuze om single te zijn en blijven, daar weleens aan gedacht?!

Is dat zo? Als ik even goed nadenk over wat ik onder een serieuze relatie versta, dan ben ik al vijf jaar single. Toen ik de diagnose kreeg, had ik net de meest verwarrende en dramatische break up gehad met een man waarvan ik dacht dat hij mijn eindstation (-klik-), de liefde van mijn leven was. Ik was er letterlijk en figuurlijk ziek en getraumatiseerd van. Een bewuste keuze om single te zijn -en blijven- heb ik nooit gemaakt. Ik zie mezelf als een echt relatiemeisje. Ik heb geen behoefte aan rondfladderen en aan nietszeggende flings. Rekening houden met een partner vind ik niet moeilijk of een opgave. Ik ben de ideale schoondochter, dat je het ff weet.

Toch ben ik blij dat ik tijdens mijn ziekte alleen was. Als ik me niet lekker voel dan trek ik me terug. Dan ben ik een ander niet tot last. Ik hoef me ook niet druk te maken om hoe zij zich voelen. Ik kan slapen als ik wil, ik kan janken als ik wil, niksen, dagen opblijven, ongedoucht alleen maar boterhammen met pindakaas eten. En dat zonder schuldgevoel. Ik zou het heel erg vinden als ik door mijn ziekte bijvoorbeeld niet voor mijn kinderen zou kunnen zorgen, dat zij zich zouden moeten aanpassen aan mij en een traumatische periode in hun leven zouden hebben die ze nooit zouden vergeten. Single zijn gaf mij deze ruimte. Ik ging daardoor ook niet over mijn grenzen om toch er voor anderen te zijn, want ik weet zeker dat ik dat anders wel had gedaan. Ik hoefde me, kaal en mager, kotsend en lethargisch, zwetend als een otter er niet druk om te maken dat ik er niet uitzag en of mijn partner me nog aantrekkelijk zou vinden. Of alleen op hem leunen en niks terug kunnen doen. Rot voelen over het ontbreken van intimiteit terwijl dat niet mijn eigen keuze was. Geen plek hebben voor zijn issues en zorgen. Niet nuttig zijn. Ik weet dat dit mijn persoonlijke dingetje is. Iets waar ik zelf aan kan werken. Ja ik ben sterk en ik kan heel goed voor mezelf zorgen, ook in de zwartste dagen van mijn leven. Maar sterk zijn heeft een keerzijde, namelijk dat iedereen dat altijd van je verwacht, inclusief jezelf. Je hoeft niet altijd alles alleen te doen. Als ik al iets heb geleerd van deze periode, is dat je eigen behoeften herkennen en uitspreken en ook om hulp kunnen vragen, heel moeilijk en tegelijkertijd broodnodig zijn.

Ik had veel aan vrienden, familie, collega’s. En toch. Natuurlijk had ik het fijn gevonden om wel iemand te hebben. Iemand die je hand vasthoudt, je moed inspreekt, taken op zich neemt, die zorgt dat ook de grote dingen blijven lopen zoals ze moeten, die er gewoon is. Ik ben zover dat ik durf te zeggen dat ik dat echt mis, zonder dat ik daarachter gelijk denk dat ik desperate overkom (hallo conditionering). Dat staat verder los van ziek zijn of niet.

Ik ben namelijk niet single omdat ik geen relatie wil. Ik wil heel graag een relatie. Juist nu ik officieel in remissie ben en iets van een nieuw perspectief heb. Ik wil dat ik iemands’ special person ben en hij die van mij. Gezien worden. Gewaardeerd. Single zijn kan supersaai zijn en voelen alsof je tijd en je leven onopgemerkt voorbijgaan. Ik maak zoveel leuks mee, ben actief, ontwikkel me… alleen. Niemand maakt lange termijnplannen met mij. Geen vakanties of feestdagen samen, niet een huis kopen, geen gezamenlijke vrienden en extended family, niemand die op mij wacht, waarmee ik wakker word, waarmee ik kan groeien, zorgen en hoogtepunten kan delen, die mijn cheerleader is, die mij de moeite waard vindt. Al mijn liefde en potentieel, zo door het doucheputje. Langdurig ongewild single zijn kan voelen als falen (hoi, conditionering again). Als nooit eens gekozen worden tijdens gym. Als 10000 sollicitatiebrieven schrijven en niet eens uitgenodigd worden. Of wel uitgenodigd worden, maar na een aantal geslaagde rondes toch de baan niet krijgen. Als die auto waarmee testritjes gemaakt worden maar die toch nooit goed genoeg is. Alsof je op de reservebank zit en wel mag meekijken naar hoe de rest speelt, maar je toch aan de zijlijn moet blijven staan. Heb ik al genoeg dramatische voorbeelden gegeven?
Ja, mijn leven is op de rit en ik doe leuke dingen. Alsnog is daar het gemis van net dat extra gouden randje.

Gelukkig weet ik hoe het is om verliefd te zijn. Zelfs dat is anderen niet gegund. En ook hoe het is als het wederzijds is. Ik wil dat. Als het aan mij lag, was ik liever gisteren dan vandaag van de markt. Alleen ligt het niet alleen aan mij. Soms probeer ik het lot een beetje te helpen. Lees: I am putting myself out there. Hoe dat verloopt, is een boek op zich aan verhalen waard. Aan dat boek ben ik jaren geleden al begonnen op dit blog. Ik schreef bijvoorbeeld al bijna tien jaar geleden een stuk over single zijn. (nog een -klik-) en als je zin hebt dan kan je mijn hele liefdesleven op dit blog tot aan die tijd terugvinden.

Mijn avonturen als kale knikker op Tinder en andere ‘ daten tijdens ziekzijn’ verhalen houd je van me tegoed.