Weer gelijk
Hier vertelde ik over mijn eerste ambulancerit.
Wat volgde was een ziekenhuisopname van een week. Maar wat was er dan?
Dat antwoord was niet zo makkelijk te vinden. Dagenlang ben ik elke dag binnenstebuiten gekeerd. Er werd ontelbaar vaak bloed getapt, ik ben van onder tot boven op de echo en foto gezet en er werden tig kweken gemaakt.
Ik lag permanent aan een infuus waardoor bloed, vocht en antibiotica (tegen longontsteking) toegediend werd. Dat zou snel moeten helpen. Dat deed het niet. Ik had constant absurd hoge koorts. Ik zweette me een breuk zoals je je niet eens kan voorstellen. Ik viel in één keer zoveel af, dat ik aan de nutridrink moest.
Mijn dagen waren één lange ijldroom. ‘ s Ochtends propte ik met heel veel tegenzin een ontbijt naar binnen omdat dat moest. Lunch en diner hetzelfde. Tussendoor was ik aan het liggen. Prikken, zweten, onderzoek, zweten, enorme dorst hebben, te moe om mijn ogen open te doen. Naar de wc lopen was al een opgave. Ik denk dat het heel slecht met me ging. Ik hoorde een verpleegster ‘ach kijk nou’ mompelen toen ze mijn kamer binnenkwam, dacht dat ik sliep en stilletjes weer vertrok. Achteraf zeiden de mensen die me hebben bezocht dat ze geschrokken waren van hoe ik er uit zag.
Ondertussen vond ik nog steeds dat mijn urine raar was. Vonden zij niet. Ik vroeg een po om mijn urine op te vangen en te testen. Ik maakte, hoe vermoeid ook, foto’s van bloed in mijn urine en bewaarde het wc-papier.
De verklaring was meteen ‘oh ze zal wel aan het menstrueren zijn’. Terwijl ik dat al drie maanden, vanaf chemo 1 dus, niet meer had gedaan, wat bekend was en ook bekend is bij deze behandeling die ik nota bene op precies deze afdeling, van deze mensen ontving! Niet alleen moet je gillen en huilen om serieus genomen te worden, je moet ook man zijn (but what’s new? Beide artsen waren trouwens vrouw!).
Lang verhaal kort: na dagen antibiotica die niet hielp (want die was tegen longontsteking), was ik ineens binnen twee dagen opgeknapt genoeg en kon ik naar huis. Hoe? ‘Men’ was ‘erachter gekomen’ dat ik een blaasontsteking had. Door de zware medicatie die ik slikte tijdens chemo, had ik er waarschijnlijk niks van gemerkt. Op de dag dat ik die niet meer slikte, ging ik tegen de vlakte en gaf mijn hart door middel van een ritmestoornis aan dat het allemaal ff teveel werd. En dat zou niet bij één keer blijven.