Ich bin ein Budapesterin
Iejawel. Naast dat ik Indo, Haagse, Wereldburger, Latente Zigeunerin en Verborgen Dance Hall Queen (sommigen zelf toegedicht) ben, had ik nog plek over voor iets cools. En cool, dat zijn ze daar in Budapest echt. Budapesters just don’t give a fuck. Ze hebben ‘schijt’. Hoe ik tot die conclusie gekomen ben? Hier een mooie top vijf:
– Het Hongaarse alfabet. Waarom simpel doen als het ingewikkeld kan? Volgens mij hebben ze daar 50 letters. Met de beste wil van het heelal kan je nog steeds niet eens een beetje bedenken waar ze het over hebben met hun woorden met 20 lettergrepen. Gewoon omdat het kan. Niks te maken met de rest van de wereld! Dat betekent ook dat jou niks aangerekend kan worden. Je snapt er toch geen reet van, dus doe je ook je eigen ding en je probeert elkaar niet eens te verstaan of iets uit te leggen. Heerlijk.
– Geen uiterlijk vertoon. Mensen in Budapest doen niet zo aan make up. Vaak ook niet aan beha’s of aan trends. Wel aan muffintops in combinatie met navelpiercings, en even terugkomend op die beha’s: ze houden er ook van om, als ze ze wel dragen, hun tieten helemaal tot aan hun neus op te snoeren en aan iedereen te laten zien. Casual en careless zijn de steekwoorden hier. Het is óf seksloos, óf sletterig. Ik zweer ook dat ik verschillende mensen in hun pyjama heb zien rondlopen. Gewoon ff de hond uitlaten of een boodschap doen. Kan ik zeker wel wat mee.
– Alles gebeurt openbaar. Dronkenschap en dakloosheid (vaak hand in hand) is hier niet gek of weggemoffeld. Niemand doet daar moeilijk over. Over een slapend persoon stap je zonder denken heen, je bouwt gewoon een BYOB feest op een plein waarbij je je alcohol niet hoeft te verstoppen en als zwerver pis en snurk je gewoon op een overvol terras. Daar zitten minpunten aan. Het feit dat veel restaurants aan de voorkant open zijn geeft een vrij en transparant gevoel en dat mensen hier opvallend veel elkaar in alle openheid liefkozen en lekker uitgebreid gaan zitten lebberen in de tram of in het park, vind ik dan weer grote plussen. Zouden meer mensen moeten doen.
– In Budapest maken ze bij bijna elk eettentje hun eigen verse ijsthee en limonade. In smaken zoals lavendel. IJstentjes met smaken als lychee en cantaloupe. Ook doen ze niet moeilijk over orgaanvlees. Er is een ‘ghetto’ en daar hebben ze heel veel hummus. Heeft niet zoveel te maken met nergens iets om geven, maar het is wel iets waardoor ik er op mijn plek ben en er terug kom. Om een hele dag in een heerlijk warm thermaal bad rond te dobberen. Beetje massage nemen, beetje sauna doen, weer terug het spawater in. Kan hier ook overal. Op zo’n dag kan inderdaad nog weinig je iets schelen, want je bent dan gewoon supergelukkig. Ik wel.
– Het verkeer is best een chaos. Iedereen rijdt hard. Fietsers rijden overal waar ze maar willen. Mensen steken over waar dat niet mag. En dat snap ik. Want man, wat zijn de straten daar lang en soms een doolhof. Waarom een kwartier lopen naar het volgende zebrapad, als je NU aan de overkant wilt komen? Gewoon een gokje met je leven wagen, dat is nog spannend ook, en elkaar vuil aankijken en uitschelden. Ik leer snel.
Kortom: Budapest is een aanrader, zeker als je wel bad en niet boujee bent en dat solo reizen bevalt me wel. De volgende trip staat al gepland. Ik heb tegenwoordig nog Tinder ook….ahhhh, de opties! Wordt vervolgd. Misschien.