Spijt

Hoe voelt het eigenlijk? Zit het in je hoofd, in je buik, in je keel? Zou het pijn doen of kriebelen?

Geen idee. Ik heb nooit ergens spijt van gehad. Dat lijkt misschien raar, maar dat is echt zo. Dat kan aan de ene kant komen omdat ik natuurlijk zeer verstandig en intelligent ben en dus ook weloverwogen, positieve uitkomsten tot gevolg hebbende beslissingen maak; lees: ik ben altijd een brave Hendrika geweest. Aan de andere kant komt het ook omdat ik de dingen vaak gewoon neem zoals ze zijn. Niet eens om er een les uit te trekken of er sterker van te worden. Aan zulke cliché’s heb ik echt een broertje dood. Soms is het allemaal gewoon kut. Geeft niet, het wordt vanzelf weer leuker. Volgende keer beter.

Ik ben dus niet zo’n achteromkijker. Als ik de deur achter me dichttrek, ben ik er wel klaar mee. Zou je denken.

Vandaar dat ik nu bij Kokindje op de bank zit. Logisch, toch? Met een vaag vermoeden dat ik zeer binnenkort precies weet te vertellen wat dat nou is en hoe dat dan voelt, spijt.

Want wat doe ik toch weer hier? Anderhalf jaar lang heb ik geen seconde aan hem gedacht. Toen hij na maanden ineens weer uit de lucht kwam vallen met excuses en de vraag om een tweede kans en nog meer van dat soort ongein, nam ik hem niet serieus. Ik had er geen boodschap aan en vond hem vervelend. Voor mij was het duidelijk: deze jongen is alleen bezig met scoren en spelletjes spelen. En hele foute schoenen dragen.

Die schoenen zijn de deur uit, verzekert hij me als ik hem ineens tegen het lijf loop. Ik geloof hem niet. Eigenlijk kan me dat ook niks schelen. Ik heb hem niets te vertellen. Hij mij ook niet echt. Ik heb ondertussen wel opgemerkt dat zijn wimpers minder lijken te krullen. Dat hij wat aangekomen is. Dat hij nog wat langer is dan in mijn herinnering, dat zijn handen OK zijn en zijn tanden nog steeds zo gezellig door elkaar staan. Dus natuurlijk ga ik met hem mee een ijsje eten. En houd ik me aan onze ooit gemaakte afspraak dat wanneer wij elkaar weer tegen zouden komen, we ter plekke alles laten vallen en gewoon on the spot hevig zouden gaan tongen. Ik ben immers een vrouw van mijn woord.

We lopen hand in hand en ik vind het geweldig. We zoenen en ik voel niks bijzonders. Ik ben niet verliefd op hem en zal het niet worden. Ik weet zeker dat dat andersom ook zo is. Wat moet hij met mij? Scoren, lijkt me. Zeker nadat ik hem gewoon achterliet en al dik een jaar hem afwijs en afbrand. Als mannen dan jagers moeten zijn, dan zou dit wel een overwinning zijn. Hij wil winnen en hij mag.

Wat echter mijn motivatie is om alsnog daaraan te doen, weet ik echt niet. Is hij misschien mijn foute man? Zo eentje waarvan je weet dat het op een teleurstelling uitdraait. Zo eentje waarvan je weet dat ie helemaal niks toevoegt aan je leven. Maar waarmee je dan toch in zee blijft gaan. Gewoon omdat hij een lekker ding is en zich niet gedraagt zoals jij zou willen.. Let’s find out.

Ik zit dus op zijn bank. Hij vertelt verhalen over zijn verleden, waardoor hij beschadigd is en doet zoals hij doet. Ik luister naar hem en ik geloof er geen woord van. Ik doe ook niet alsof ik hem wel geloof. Het is gewoon een trucje om sympathie te wekken. Hoe dom denkt ie dat ik ben? OK, gezien het feit dat ik hier weer op zijn bank zit, kan ik hem geen ongelijk geven…

Maar laat het dan tenminste leuk zijn. Dat is het niet. Ik verveel me. Ik wil lachen, ik wil een goed gesprek, ik wil positief uitgedaagd worden, ik wil het idee hebben dat ie mij op zijn minst mag of een beetje leuk vindt; waar is het anders allemaal goed voor? Ik zit echter met iemand op de bank die niets van dat alles laat zien. En wiens held Drake is (die van YOLO, ja). Hij post daarom van die corny plaatjes met zogenaamde wijsheden over de liefde enzo op Facebook.Van die wijsheden die totaal in tegenspraak zijn met wat hij in het echie laat zien. Hij speelt voetbal, kijkt voetbal (en soapseries) en praat voetbal. Ik wacht op iets. Op een vonk, of een glinstering. Op iets interessants, iets nieuws, op een mening ergens over. Alsjeblieft! Laat er wat zijn! Al heeft ie een passie voor zeeslakken. Al verzamelt ie iets heel sufs en is het een fervent LARPer…

Helaas. Hij heeft het over chihuahua’s en merkkleding en gadgets en ik ga een beetje dood vanbinnen. Ik ben zo niet wat hij wil. Wat zonde van mijn tijd weer. Wat hij nodig heeft is iemand die zich bezig houdt met extreem veel zonnebanken. Iemand met spinnepotenwimpers, gesteilde haren, maat 34, Vans en acrylnagels. Iemand die nog thuiswoont. Iemand die hem adoreert en die niet teveel nadenkt of terugpraat.

Dit gaat nooit meer wat dan ook worden. Ik ben zijn type niet en hij kan mij op zijn beurt niet boeien. Een relatie zal er never ever in zitten. Dus dan maar over tot de orde van de dag: seks. Dat is waar het natuurlijk om draaide en wie weet hoe dat uitpakt.

Als ik voor de tweede keer naast Kokindje wakker word, weet ik dat de spijt heel dichtbij is. Het ijsje dat ie voor me kocht vond ik nog heter. En lekkerder. Ook hierin hebben we geen klik. Bij het afscheid dit keer dus wederom geen zoete woordjes of beloften. Wat wel volgt, ik had het kunnen weten, is heel raar gedrag. Natuurlijk, de jager heeft gescored en hoeft nu de schijn niet meer op te houden. Ik kan niet zeggen dat het me verbaast.

Of ik nu weet hoe spijt voelt? Nee. Ik heb wonderwel toch iets geleerd: Kokindje is gewoon een hele grote droplul. Alleen figuurlijk, anders was ie tenminste nog ergens goed voor. Heey heey heey!