Waarom ik geen Surinamer wil
Het heeft niets te maken heel eigen ideeën van tijd hebben, buitenvrouwen, vadercomplexen of datgene dat ze in bed weigeren te doen waarvan iedereen weet dat ze dat wél gewoon doen…
Het grote, onoverkomelijke probleem dat ik met Surinaamse mannen heb, is het feit dat ze een moeder hebben. Wat betekent dat wanneer het serieus met ze wordt, er sprake is van een Surinaamse schoonmoeder. Nu zijn schoonmoeders over het algemeen al draken op zich, maar een Surinaamse schoonmoeder krijgen is het ergste wat je kan overkomen en iets wat ik niemand toewens.
Op de middelbare school had ik verkering met een buurjongen. Hij was lief, grappig, groot en ja, ook Surinaams. Dat was toen nog geen issue, maar toen wist ik nog niet beter. We hadden verkering omdat dat nou eenmaal zo liep. Hij nodigde me bij hem thuis uit om voor ons proefwerk Duits te leren. Dat deden we dan ook. An, auf, hinter, neben en in onder het genot van huisgemaakte nasi met saté: er zijn ergere dingen te bedenken.
Bij het volgende bezoek was zijn moeder thuis. Leuk, dacht ik. Even mijn schoenen uitdoen en dan kan ik kennis gaan maken. Voordat ik dat kon gaan doen, hoorde ik haar al. Loopt ze gewoon door?! Zegt ze geen gedag? Zo onbeschoft!, bulderde ze. Ze wist niet dat ik nog niet binnen was. Oeps. Ik besloot me er overheen te zetten en haar met mijn warmste glimlach te begroeten. Goedemiddag!! straalde ik haar toe terwijl ik mijn hand uitstak. ‘Goe-de-mid-dag, me-vrouw’, beet ze me toe. Ik kreeg haar smerigste blik, waarvoor ze overigens niet veel moeite hoefde te doen. Mijn hand vrat ze nog net niet op. Oeps 2. Vriendje fluisterde me toe dat ik me het niet moest aantrekken, want ‘zo zijn Surinaamse moeders’.
Deze draak ging ik verslaan, dat was ik vast van plan. Ik zou haar voortaan met twee, nee zelfs met drie woorden begroeten. Op verjaardagen maakte ik braaf rondjes langs de gehele familie, schoonfamilie, buren, kennissen en alles wat nog meer in huis rond hing om verplichte handjes en begroetingen uit te wisselen. Ik liep mijn benen uit mijn lijf om te zorgen dat iedereen te drinken had, ik deed uit mezelf de afwas. Iets waar mijn moeder hemel en aarde voor moest bewegen, maar wat ik nog steeds vertikte. Thuis dan. Maar dit was anders. Dit was een draak met een hart van ijs. Ik zou haar ontdooien, haar hart veroveren en ik zou dat doen met mijn liefde.
Ik had al snel vooruitgang geboekt. Ik was van ‘onopgevoed beest’ gepromoveerd tot keukenhulp, een wereld van verschil. Ik pelde en sneed kilo’s en kilo’s uien, tot mijn ogen niet eens meer kónden tranen. Uren en uren maakte ik taugé schoon, een klusje waar geen einde aan leek te komen en waardoor ik een hartgrondige hekel aan die dingen kreeg. Maar lief werd ze niet. Zij maakte er juist een sport van zo hooghartig, vervelend en oneerlijk mogelijk te zijn.
Haar favoriete bezigheid was om mij in een volle kamer voor schut te zetten. Gesteund door tantes, nichten en zussen van mijn vriendje. Surinaamse tantes, nichten en zussen zijn bijna net zo erg als Surinaamse schoonmoeders, helemaal als ze samen hebben afgesproken je niet te mogen en dat je niet goed genoeg voor hun zoon/neef/broer bent. Roddels, uitdagen, leugens: ze schuwden niets. Zo werd op een dag samen leren voor Aardrijkskunde, wat echt was wat wij deden, door hen vertaald naar dat ik hun zoon, neef, broer verleidde tot de meest smerige dingen. Dingen waar nog niet eens woorden voor uitgevonden waren.
Dat ging me te ver. Ik was er ineens helemaal klaar mee. Waarom pikte ik deze onzin? Waar deed ik dit voor? Niet omdat ik die jongen nou zo graag wilde; ik was sowieso voorbestemd om met Patrick Kluivert te trouwen dus ik ging hier geen tijd meer in steken. Ik nam mij twee dingen voor: voor mij never ever een Surinaamse schoonmoeder en taugé zou ik ook nooit meer eten.
Heel lang ging dat goed. Klein detail: vlak hierna ontmoette ik De Ex, die mij wel een heks van een schoonmoeder maar tenminste geen Surinaamse in de maag splitste. Een tijdlang was ik dus safe.
Het was mij gelukt nooit meer iets met een Surinamer te krijgen. Maar toen was ik ineens single. En kwam ik op plekken. En ontmoette ik mensen. Drie keer raden wat voor mensen.
De depri dude: Surinamer
De mooie jongen met dreads op Loveland: Surinamer
De net-niet-prins: Surinamer
De Sprinkhaan: Surinamer
Die ene met een allergie voor condooms: Surinamer
Die impotente met micropiemel: Surinamer
De partyboy met zijn gekke fetish: Surinamer
Zou het mijn lot zijn? Wist ik ze eerst altijd te ontlopen, nu ontkwam ik er niet aan. Groot, klein, dik, dun, licht, donker: ze kwamen in allerlei vormen. Maar zonder uitzondering Surinamers. Patrick Kluivert trouwens ook. De ironie. Dalijk zou ik toch met een van hen eindigen… de gedachte alleen al bezorgde me nachtmerries.
Ik heb gelukkig geen enkele van hun moeders hoeven ontmoeten. Zo ver kwam ik niet, want met elk van deze types was en/of ging er wel wat mis. Mijn grootste angst heb ik dus nog niet weer onder ogen hoeven zien. Maar dat er iets aan zit te komen, moge duidelijk zijn. Of ik er klaar voor ben?
Geef mij maar taugé.